‘Ik vind het fascinerend.’ ‘De Dutchionary – wat een goed woord is dat ook!’ Dolf Jansen, Spijkers met koppen (Radio 2, Nederland)
‘Ruim een kwart [van de trefwoorden] bestaat uit onaardige kwalificaties. Dus laten we ons daar voor de nodige zelfrelativering nog eens in spiegelen.’ Margriet Oostveen in de Volkskrant
Voor m’n boek Zeven talen in zeven dagen is een nieuwe fase aangebroken: die van het flirten met boekhandelaars. Het is namelijk gepresenteerd in de zomeraanbieding van uitgeverij Athenaeum, met een afbeelding van het omslag, een toelichtende tekst en de feitelijke informatie over omvang, prijs en dergelijke.
Ook het verleidingsspel met de beoogde lezers is daarmee al een beetje begonnen, want nu de prospectus uit is, beginnen ook de webwinkels het boek aan te bieden. Op libris.nl bijvoorbeeld kan men het al reserveren. En wie is die ‘men’? Bij uitstek jij, natuurlijk! (Twinkel, knipoog, glimlach.)
Over Babel: ‘Droge kwesties worden, als Dorren ze uitlegt, springlevend.’ – NRC Handelsblad.
Vervolgens wordt er wat geronkt over mijn oeuvre (vertalingen, een prijs) en uiteindelijk staat de algemene info in een compact blokje: dat Evelien Doornebal het omslag heeft ontworpen, dat het boek 416 bladzijdes zal tellen, € 24,99 gaat kosten en het fraaie ISBN 978 90 253 1025 7 heeft meegekregen. De NUR-code is 610, en dat is je lievelings, want 610 heeft binnen de Nationale Uniforme Rubrieksindeling betrekking op taal en cultuur algemeen! De verschijning staat gepland voor half juni; de 14e om precies te zijn. Mooi op tijd dus voor de zomervakantie, de tijd waarin je aan die zeven talen in de reispraktijk zo veel plezier kunt beleven.
Quizzen zijn leuk, een taalquiz is leuker. Binnenkort verschijnt er een nieuwe: een gezelschapsspel met de naam League of the Lexicon. De basisset omvat tweeduizend vierkeuzevragen verdeeld over vijf categorieën: woordkennis, spelling, betekenis, stijl en diverse. In het Engels, dus dat is jammer of extra uitdagend, kies zelf maar.
Quizzen mogen leuk zijn en een taalquiz nog leuker, het allerleukste is om zelf quizvragen te bedenken. En precies daar ben ik op dit moment mee bezig. Het brein achter League of the Lexicon, Joshua Blackburn, heeft mij namelijk gevraagd om een uitbreidingsset te maken: de internationale. Die vragen gaan dus over andere talen dan het Engels. Ik heb er nu 250 gemaakt; nog 250 te gaan.
Ik blog hier nu al een half jaar over dat boek-in-wording van me, Leer in 7 dagen 7 talen lezen. Maar de oorspronkelijke titel luidde anders: Leer in 3 kwartier 3 talen lezen.
In den beginne was het namelijk helemaal geen boek, maar een openbare les, die gepland stond voor het Taalfeest op 12 maart 2020. Maar precies die dag, enkele uren voor aanvang, werden de eerste corona-maatregelen van kracht. En dus ging het feest niet door.
Gelukkig zijn de organisatoren het daarna heel ijzerenheinig net zolang vooruit blijven schuiven tot het weer mocht. En dat is (althans, laten we duimen) op 28 oktober aanstaande.
Eindelijk gaat dus een live publiek van twee keer (maximaal) 35 personen van me horen hoe je geschreven Deens, Noors en Zweeds met wat inspanning best aardig kunt begrijpen. Er zijn nog kaartjes en dus ook nog plaatsen in mijn lessen. Mocht je twijfelen: het taalfeest heeft veel meer te bieden, waaronder optredens van Ronald Snijders en Ingmar Heytze. Wees hartelijk uitgenodigd!
Het aardige is dat we er iets mee kunnen wat we maar vagelijk beseffen en zelfs moeilijk kunnen geloven, namelijk nauw verwante andere talen lezen. Zoals deze zeven bijvoorbeeld: Fries, Deens, Noors en Zweeds, Italiaans, Spaans en Portugees. Of in ieder geval kunnen we het bijna. Drie dingen – een beetje basisinformatie, een paar trucs en zelfvertrouwen – helpen ons zeker de drempel over. Hebben we ons die drie eigengemaakt, dan wordt zowat heel West-Europa ‘leesbaar’, evenals het grote Latijns-Amerika en het kleine maar nabije Friesland.
Levende Talen Magazine, september 2021
Ik heb het bovenstaande de laatste tijd vaak aan mensen verteld, want ik schrijf er een boek over, Leer in 7 dagen 7 talen lezen. (Dat is nog lang niet af, dus dit wordt geen reclamepraatje.) Ik krijg dan meestal deze reacties: Geweldig zeg, maar kan dat echt, zo snel een taal leren lezen? En we hebben Engels toch? En mijn telefoon kan toch alles vertalen?
Dat ‘geweldig’ geeft de schrijver moed. En die drie twijfels zijn begrijpelijk, dus daar ga ik op in.
Ongelukken schijnen zich bij voorkeur in kleine hoekjes op te houden, duivels verbergen zich graag in details en soms betekenen woorden precies het omgekeerde van wat ze lijken te betekenen. Deze week stuitte ik op een groepje Scandinavische woorden waarvoor dat geldt: het Zweedse skrupulös, het Deense skrupelløs en het Noorse skruppelløs.
Raad eens: wat betekenen die?
Allemaal ‘scrupuleus’, denk je? Geen rare gedachte. Tenslotte schrijven de Scandinaviërs liever k dan c, en ø of ö in plaats van onze eu. Franse leenwoorden als melodieus, rigoureus en nerveus zien er in het hoge noorden uit als melodiøs, rigorøs en nervös.
Had huis een voorzetsel kunnen worden? O, zeker. Het zelfstandig naamwoord richting is het zo vergaan, via de tussenstap van in de richting van: ‘Ik zeg dit vooral (in de) richting (van) de gemeenteraad.’ Ook ondanks, namens en vanwege zijn ontstaan uit zelfstandige naamwoorden. Net zo had de voorzetselgroep ten huize van zich kunnen ontwikkelen tot het kort-en-krachtige voorzetsel huize of misschien wel huis. Dan hadden we nu gezegd: ‘We waren gisteren huize/huis Ellen en Koen.’
Had gekund, is niet gebeurd. Althans, niet in het Nederlands. Maar in sommige andere talen wel.
Waarom heeft het woord gen als meervoud niet ‘gennen’ maar genen?
Het komt wel vaker voor dat een korte /e/ in het meervoud een lange /ee/ wordt: weg-wegen, bevel-bevelen, enzovoort. Maar zulke gevallen zijn allemaal te herleiden tot het Oudnederlands (zoals hier mooi wordt uitgelegd). Met gen moet iets anders aan de hand zijn, want het woord bestaat pas iets meer dan een eeuw.
Nuttige parallellen tussen talen laten zien: dat is wat ik keer op keer doe in het boek waar ik aan werk, Leer in 7 dagen7 talen lezen. Parallellen tussen Nederlands en Fries, tussen Nederlands en Scandinavisch, tussen Engels en de Romaanse talen, enzovoort. En daarbij stuit ik af en toe op dingen die me niet eerder waren opgevallen.
Vandaag weer. Ik was aan het beschrijven dat in de Scandinavische talen de uitgang –t vaak op ‘onzijdig’ duidt: het onzijdige onbepaalde lidwoord (et of ett), het onzijdige bijvoeglijk naamwoord (godt of gott). In het Nederlands hebben we dat niet. Ons onbepaalde lidwoord een heeft geen onzijdige variant op t; ons bijvoeglijk naamwoord goed heeft geen onzijdige variant ‘goedt’. Het Scandinavisch, zo dacht ik, zal op dit punt wel iets ouds hebben bewaard dat wij kwijt zijn geraakt.
Tot ik me realiseerde dat wij het wel degelijk ook nog hebben – en ik waarschijnlijk nog iets meer dan jij.
Jawel, jawel, ik ben nog steeds bezig met het boek Leer in 7 dagen 7 talen lezen. En al heb ik er een poos niet over geblogd – tijdsdruk, zomer, van die dingen –, ik geniet er enorm van. Echt, ik hóú van schrijven. Er zijn schrijvers die niet kunnen geloven dat dat kan. Ga wat leukers doen, denk ik dan.
Inmiddels ben ik aangekomen bij het hoofdstuk over het Deens, Noors en Zweeds. Een van de aantrekkelijkheden daarvan is dat ze zo veel woorden hebben die in het Nederlands verouderd zijn. Sommige zijn nog herkenbaar: forsvinde (‘verdwijnen’; de spelling is Deens), dat is natuurlijk verwant aan ons likkebaardend archaïsche woord verzwinden. En mocht je dat niet kennen, dan heb je vast wel van het Duitse verschwinden gehoord. In al die talen is het een sterk werkwoord: forsvinde, forsvandt, forsvundet; verzwinden, verzwond, verzwonden; verschwinden, verschwand, verschwunden.
Haal Babel en/of Lingua bij je lokale boekhandel, of bestel ze hier en hier. Al mijn eerdere boeken zijn nog bij mij te koop.
Twitter & Facebook.
Ik twitter over taal als @taaljournalist (in het Nederlands) en als @languagewriter (in het Engels).
Op mijn taaljournalistieke Facebookpagina meld ik alleen nieuws over nieuwe publicaties en dergelijke.
Prijzen
‣ Babel won in 2019 de Onze Taal/ANV-Taalboekenprijs.
‣ Zowel dit blog als het boek Vakantie in eigen taal zijn genomineerd geweest voor de LOT-Populariseringsprijs.
‣ Dit blog werd in 2015 derde in bab.la's wereldwijde Language Lovers top 100 in de categorie taalprofessionals.