Wat is luisteren toch moeilijk. Of misschien moet ik zeggen: wat is hóren moeilijk. Onze oren en hersens zijn zo gewend aan onze moedertaal – zodra ze iets anders horen, laten ze ons lelijk in de steek. Nieuwe, onbekende klanken zijn sowieso een probleem. Maar het is zelfs nog erger, weet ik nu.
Een paar jaar terug probeerde ik Vietnamees te leren. (Ik heb daar toen over geblogd.) Net als in het Nederlands komt daar de ng-klank in voor. Als mijn docent Huyền een Vietnamees woord als ông gebruikte, herkende ik die. Maar zei ze ngã (‘vallen’), dan niet. Waarom niet? Simpelweg omdat mijn oren, of eigenlijk het luisterkwabje in mijn Hollandse hersens, er niet op rekende dat een woord weleens met /ng/ zou kunnen beginnen. Omdat het Nederlands dat niet doet, heb ik al aan de moederborst afgeleerd om daar alert op te zijn. Raar idee: nog niet zindelijk, maar al wel weten dat woorden niet met /ng/ kunnen beginnen. Ik was een viezerik én een slimmerik – net als jij.
De Nederlandse beginklank die het meest op /ng/ lijkt, is /n/, en dus ik verstond ngã als nã, wat ‘schieten’ betekent. Pas als de docent ngã en nã een paar keer om en om uitsprak, hoorde ik het verschil. Maar hielp dat? Welnee. De keer daarop was ik er gewoon weer doof voor. Zo snel wis je een halve eeuw gewenning aan het Nederlandse klanksysteem niet uit.
Met Vietnamees ben ik nooit heel ver gekomen, maar ik ben nu sinds drie jaar Pools aan het leren en dat schiet een heel stuk beter op. Toch gebeurt daar weer net zoiets. De korte i-klank (ɪ) van pakweg rit komt ook in het Pools veel voor, gespeld als y. Als mijn docent Monika szczyt zegt (/sjtsjɪt/), versta ik dat zonder moeite. Maar jasny is een ander verhaal. Want een /ɪ/ aan het eind, dat kan mijn luistermodule niet aan. Hij maakt er /jasnə/ van, met dezelfde doffe eindklank als lichte. Want die /ə/ ligt redelijk in de buurt van de /ɪ/ én hij komt ongelooflijk vaak voor aan het eində van Nederlandsə woordə. Helaas krijgt het Poolse woord jasne precies dezelfde behandeling: de e, die eigenlijk klinkt als de eerste e van lekker (ɛ), hóór ik als de tweede e van lekker (ə). Het verschil tussen jasny en jasne is dus niet aan mij besteed. Andere slotklanken, zoals die van jasna en jasni, zijn geen probleem. Die zijn vertrouwd.
Maar wíst ik dan dat Nederlandse woorden niet met /ng/ kunnen beginnen en niet op /ɪ/ of /ɛ/ kunnen eindigen? Die theoretische kennis zat geloof ik wel ergens in mijn geheugen, maar dat ik me er nou scherp van bewust was – nee, dat niet. Alleen, dat onbewuste stukje van mijn brein waarmee ik luister, dat wist het dus wel, al sinds mijn babytijd. En jammer genoeg past het die kennis ook toe wanneer ik luister naar iets anders dan Nederlands. Goedbedoeld hoor, maar het ondermijnt zo wel mijn studieuze inspanningen.
Als verwoede taalleerder weet ik inmiddels dat die luistermodule van me op den duur nieuwe kunstjes kan leren. Maar weerspannig blijft hij. Zo kent hij tegenwoordig heus wel het verschil tussen de Engelse e-klank van bet en de a-klank van bat. Maar goed opletten, ho maar. Wat hij aan me doorgeeft is nog steeds de Nederlandse e van mes. Maar af en toe wil ik het precies weten: gaat het om the rebel of the rabble die iets doet? Dan moet ik de module snel even een seintje geven. Zuchtend en steunend speelt hij het woord dan nog eens af, zodat het juiste antwoord hoorbaar wordt.
Ik heb vele duizenden uren Engels moeten horen om zelfs maar op dit niveau te komen. Pools hoor ik veel en veel minder vaak. Ik denk dan ook niet niet dat ik jasny en jasne nog in dit leven uit elkaar ga leren houden.
Interessant! Lukt het je wel goed om de verschillende Poolse sisklanken uit elkaar te houden? Zoals het verschil tussen sześć – cześć, szyć – żyć, płać – płacz, proszę – prosię, etc.? Daar struikel ik met de uitspraak heel af en toe nog weleens over, zeker als de sisklanken elkaar in een rap tempo opvolgen
LikeLike
En de spreekmodule is ook al zo weerbarstig met zijn “afgeleerde” klanken. Heel veel Nederlanders die Engels spreken, spreken bat uit als bet, bad als bed (of zelfs als bet), en man als men. Andersom kan bijna geen Engelsman m/v onze ui als in huis goed uitspreken.
LikeLike
Ik moet zeggen, mijn spraakmodule is een stuk leniger in de heupen dan mijn luistermodule.
LikeLike
Ik had ooit een Nieuw-Zeeuwse huisgenoot die uitstekend Frans sprak, en Nederlands aan het leren was. Ook hij had moeite met de /ui/, sprak het meestal uit als iets wat voor mij klonk als /au/. Toen ik hem uitlegde dat het min of meer dezelfde klank was als de eindklank van het Franse ‘fauteuil’ viel er blijkbaar een kwartje en kon hij ineens wel de / ui/ uitspreken. Blijkbaar hoorden zijn oren in het Nederlands niet wat ze in het Frans wel konden horen.
LikeGeliked door 1 persoon
Da’s curieus zeg! En wat een goede tip van jou. (Trouwens, Nieuw-Zeeuws, dat mag ik ook graag zeggen.)
LikeLike