5+1 aan weerszijden van het Kanaal

5-1Voor een Europese taal vervoegt het Engels zijn werkwoorden maar raar. In de tegenwoordige tijd zijn bijna alle vormen hetzelfde: I see, you see, we see, you (guys) see and they see. Maar net als je begint te denken dat de Engelse o.t.t. vervoegingsloos door het leven gaat, duikt er een verrassing op: she·he·it sees, met een s aan het end. Geen grote verrassing natuurlijk, want zo’n beetje iedereen wéét dat, maar toch, als je het niet wist, zou je het niet zien aankomen.

Dit type vervoeging is uitzonderlijk. De meeste Europese talen hebben veel meer tierelantijnen. Het Nederlands heeft drie vormen (zie, ziet, zien), en talen als Spaans en Tsjechisch nog veel meer. Anderzijds, de Scandinavische talen zijn nog een slag soberder dan het Engels, een taal waar ze in het algemeen aardig wat mee gemeen hebben. In het Deens bijvoorbeeld zijn alle zes vormen identiek: het werkwoord se (zien) wordt vervoegd, of eigenlijk juist niet, als jeg ser, du ser, hun·han ser, vi ser, I ser, de ser.

Maar al is het Engels op dit terrein wat vreemd, uniek is het niet. Op zijn minst één andere Europese taal heeft eveneens vijf dezelfde vormen en dan één afwijkende, en het is een taal waar je hoogstwaarschijnlijk kennis mee hebt gemaakt, op school en op vakantie: het Frans. Of preciezer gezegd: de alledaagse Franse spreektaal.

De Franse schrijftaal ziet er typisch Europees uit, net als het Spaans en hun gezamenlijke voorouder, het Latijn, met een hele grabbelton van werkwoordsuitgangen. Laten we het woord voor ‘zien’ maar weer nemen: je vois, tu vois, elle·il voit, nous voyons, vous voyez, elles·ils voient. Vijf verschillende vormen dus; alleen vois heeft een dubbele taak. Maar luister je naar gesproken Frans, dan hoor je doorgaans dit: /je voi/, /tu voi/, /el·i voi/, /on voi/, /vou voyé/, /el·i voi/. Voilà: alleen vous (‘jullie’, maar ook ‘u’) heeft een andere vorm dan de overige vijf. Informeel Frans vervoegt, net als het Engels, volgens een 5+1-patroon.

Toegegeven, niet altijd. Het geldt niet voor alle werkwoorden, het geldt soms niet wanneer op het werkwoord een klinker volgt en zelfs in huis-tuin-en-keuken-Frans wordt de vorm nous voyons (uitgesproken /nou voyon/) ook nog wel gebruikt, als synoniem voor on voit. Maar als je wilt samenvatten hoe Franse werkwoorden zich in de onvoltooid tegenwoordige tijd gedragen (en trouwens ook in de onvoltooid verleden tijd), dan zit je met ‘5+1’ goed in de buurt. Een heel verschil dus met wat Franse schoolboeken ons willen doen geloven.

Overigens, mocht je nog een andere taal kennen, in Europa of elders, die ook zo’n 5+1-patroon vertoont (of 6+1 of 7+1, want er kan wel meer), dan hoor ik dat graag!

 

Dit bericht werd geplaatst in vreemde talen en getagged met , , , , . Maak dit favoriet permalink.

4 reacties op 5+1 aan weerszijden van het Kanaal

  1. brunovanwayenburg zegt:

    Ha Gaston, net tijdens een lange treinreis Lingua gelezen, inclusief de hoofdstukken die ik al kende uit taaltoerisme. Erg mooi weer, zeker ook de nieuwe hoofdstukken. Ook leuk dat je elke keer uitlegt wat er aan de hoofdstukken veranderd is. De Nederlandse leenwoorden vind ik niet altijd helemaal goed werken, maar de beoogde terugleenwoorden dan weer wel.
    Ik herinner me dat ik als Gaelicofiel toch wel een beetje tegen de haren ingestreken werd door je plagerige over de inderdaad enigszins buitennissige (maar als je het snapt toch behoorlijk regelmatige) spelling, maar dat gevoel was deze keer minder, volgens mij ook onder invloed van je bijschavingen.
    Maar bij sommige hoofdstukken vond ik het afvijlen van de randjes wel weer een beetje jammer, bijvoorbeeld bij het briljante divangesprek met mevrouw Magyaars, en ook de frisse interimmanager die even het Slogaars uit de grond stampt was in de vorige versie volgens mij een nog net iets hilarischer buitenstaander ongehinderd door gevoeligheden. Maar dat heeft ongetwijfeld ook te maken met de vertalingen en gevoeligheden, en volgens mij ook inkorten.
    Bizar dat de Zweedse uitgever het Zweedse stuk eruitgehaald had, onder het mom ‘dat weten wij al’. Zelfs als dat zo is, wat ik betwijfel, dan is het altijd leuk om je eigen wereld door de ogen van een buitenstaander beschreven te zien worden, ik lees zelf ook graag buitenlandse stukken over Nederlands. Wat dat betreft was het Russische hoofdstuk over cyrillisch, hoewel ook een beetje absurd, misschien juist wel geslaagd.
    Wat me echt wel een beetje verbaasde was je strijd met de Britse eindredacteur over de al dan niet talige status van Schots/Scots, en dat daarmee een heel hoofdstuk met ervaringen van een moedertaalspreekster sneuvelde. Waar bemoeit zo’n man zich mee (ok, het is zijn werk, maar toch).
    Sowieso betoog je juist (bij Fries) dat de taal/dialect een geheel ontalig en politiek onderscheid is. Maar goed, je bedankt hem uitgebreid, dus per saldo zal zijn bemoeienis wel positief uitgepakt zijn. Wel ben ik (en denk ik ook een Schotse vriendin) wel benieuwd naar het gesneuvelde hoofdstuk, is dat nog ergens te lezen of op te vragen?
    En dan nu nog een 5+1-reactie: het is niet helemaal hetzelfde maar wel in dezelfde geest, vind ik, dus daar gaat-ie. In Schots Gaelic (ik kan nog niet wennen aan ‘Gaelisch’) worden werkwoorden niet naar de persoon vervoegd. Dus ‘ik ben/jij bent…’ is ‘Tha mi’, ‘tha thu’, ‘tha e/i’, ‘tha sinn’, ‘tha sibh’, ‘tha iad’ (werkwoord staat vooraan). Dat geldt ook in verleden tijd (‘bha mi’), toekomende tijd (‘bidh mi’), en ook in de ‘afhankelijke vormen’ (vraag maar niet) ‘chan eil mi’ (ik ben niet), ‘cha robh mi’ (ik was niet), ‘cha bhidh mi’ (ik zal niet zijn).
    Nergens een spoortje van persoonsverbuigingen in wat vroeger een uitbundig vervoegde en verbogen taal was. Nergens? Nee, bij één vorm, de veelgebruikte ‘subjunctive’ (ik zou zijn) is er een afwijkende vorm voor de eerste persoon enkel- en meervoud. ‘bhithinn’ (ik zou zijn, ‘mi’ valt hier weg, dat gebeurt anders nooit), ‘bhiodh tu’, ‘biodh e/i’, ‘bhitheamaid” (‘wij zouden zijn, weer zonder ‘sinn’), ‘bhiodh sibh’, ‘bhiodh iad’.
    Lastig, maar ook heel mooi vind ik, lekker tegendraads. ‘Nee, je hoeft je bij ons nooit af te vragen welke persoon het is. Of nou ja, wacht..’

    Like

    • Gaston zegt:

      Bedankt voor je uitvoerige reactie op Lingua!
      Ja, de bemoeienis van de Engelse eindredacteur heeft per saldo goed uitgepakt, met de nadruk op ‘per saldo’: hij heeft grote verbeteringen aangebracht, dus dan is er, binnen die formulering, ook veel ruimte voor irritante en destructieve dwarsliggerij. Opvallend genoeg was hij dit voorjaar bij zijn redactie van mijn volgende boek, Babel, een stuk milder.
      Het Schots-Gaelische voorbeeld dat je noemt (waarvoor dank) doet me aan een enigszins vergelijkbaar geval in het Nederlands denken. Bij ons is de gebiedende wijs altijd gelijk aan de 1e p. ev. van de o.t.t., met één enkele uitzondering: de vorm wees. Ik herinner me nog goed dat ik die als klein jongetje echt op school heb moeten leren, net als de infinitief wezen trouwens, want in het Limburgs bestaan die vormen niet. En natuurlijk zijn er heel wat Nederlanders die zich die uitzondering nooit eigen maken en gewoon ‘ben eens stil’ zeggen. Nog twee generaties, en wees is verouderd, schat ik. Al weet je het nooit.

      Like

  2. Frans zegt:

    Ook met voir is het in het Frans toch iets ingewikkelder. Je hoort weliswaar dezelfde klank /vwa/ in je, tu, il/elle voit, althans als er geen woord met beginklinker op volgt. Maar voor een klinker hoor je in de derde persoon echter toch een t: voit il/elle (/vwat il/el/), Jean voit (/vwat/) un éléphant, enz..

    Like

    • Gaston zegt:

      Dat klopt. Daarom schrijf ik ook: ‘ het geldt soms niet wanneer op het werkwoord een klinker volgt’. Overigens heb ik niet de indruk dat bij zo’n t consequent liaison optreedt.

      Like

Geef een reactie

Vul je gegevens in of klik op een icoon om in te loggen.

WordPress.com logo

Je reageert onder je WordPress.com account. Log uit /  Bijwerken )

Twitter-afbeelding

Je reageert onder je Twitter account. Log uit /  Bijwerken )

Facebook foto

Je reageert onder je Facebook account. Log uit /  Bijwerken )

Verbinden met %s