Ruim 5 jaar geleden plaatste ik op (de voorganger van) dit blog drie vertalingen van W.H. Audens Funeral blues, waaronder een die ik zelf had gemaakt op basis van de andere twee plus een paar eigen ideeën. In de reacties kwamen er nog drie vertalingen bij, plus een gedeeltelijke. Die blogpost trekt nog steeds vrij veel lezers, ongetwijfeld dankzij zoekmachines.
Afgelopen week heb ik een Nederlandse versie geschreven van Jacques Brels Le dernier repas. De oorspronkelijke tekst zal ik hier niet plaatsen; die staat al talloze malen online, bijvoorbeeld op lyricstranslate.com, inclusief een rechttoe-rechtaan-vertaling zonder rijm of metrum (maar met een paar foutjes, naar ik meen). Er bestaat ook een berijmde en metrische vertaling van het lied onder de titel ‘Mijn laatste diner’, door Koen Stassijns en Geert van Istendael. Op gevaar af in Vlaanderen gestenigd te worden beken ik hier dat ik dat een draak van een tekst vind, die mank gaat aan rijmdwang en gebrekkige zingbaarheid. Neem alleen de twee openingsregels al: ‘Bij mijn finaal diner / Wil ik mijn broers nog zien’. Die eerste regel is op een bizarre manier hoogdravend, zeker gezien de eenvoud van het origineel, à mon dernier repas, ‘bij mijn laatste maaltijd’. De twee regel heeft aan het eind een lettergreep minder dan het origineel, wat de melodie geen goed doet.
Ook de bekendste Brel-vertaler, Ernst van Altena, heeft een versie gemaakt, ‘Mijn laatste avondmaal’, maar die tekst heb ik niet in huis en ook online kan ik hem niet vinden. Ik heb hem laatst wel gelezen, en ik werd er niet warm van. Vandaar dus een eigen versie – gevolgd door een korte toelichting.
Mijn laatste avondmaal
Wil ’k vieren met mijn vrienden
Mijn honden en mijn kat
Gezeten aan de zee
Mijn laatste avondmaal
Wil ’k delen met de dellen
Die ik allemaal verleidde
Of misschien omgekeerd
En hebben we gedronken
Dat de wijn ons in de pens klotst
Dan gooi ’k mijn glas aan scherven
En iedereen valt stil
En ’k zal uit volle borst
Voor de dood die naderbij sluipt
Obscene liedjes zingen
Als blijk van slechte smaak
Daarna wil ik gedragen
Tot boven aan mijn heuvel
Waar bomen staan te slapen
De takken om hun stam
Ik gooi een vuistvol steen
uit alle macht omhoog
En roep dan ‘God is dood’
Voor de laatste keer
Na ’t laatste avondmaal
Mag iedereen vertrekken
De nasleep van het brassen
Hoef ik niet bij te zijn
Na ’t laatste avondmaal
Ben ’k eenzaam als een koning
Verlaten door zijn volk
Omringd door kuise maagden
Al rokend zie ’k mijn dromen
En jeugdherinneringen
En laatste snippers hoop
Alvast vergaan tot as
Als kleding voor mijn ziel
Bewaar ik slechts twee dingen
Het nabeeld van de bloesem
En die ene naam, Marleen
En nog heb ik mijn adem
Daarboven op die heuvel
Maar ’k zie de avond langzaam
Vallen over ’t land
De bloesem met zijn geur
Die vult de lucht niet meer
Ik ruik mijn zweet van angst
Voor de laatste keer
Ik heb deze vertaling, of bewerking, gemaakt om zelf te zingen, dus wat me niet aansprak heb ik weggelaten en hier en daar heb ik iets toegevoegd. Het resultaat is een kortere tekst: twee in plaats van drie coupletten. Inmiddels héb ik hem ook gezongen, en hij werkte als een tierelier. Sommige regels (nummers 10 en 11 bijvoorbeeld) vergen nogal wat mondacrobatiek, want het is een snel nummer. Maar het publiek verstond ze, dus die test is doorstaan.
Rijmen is in het Frans aantoonbaar een stuk gemakkelijker dan in het Nederlands. Voor wie in het Nederlands het Franse rijmschema wil aanhouden, liggen risico’s als rijmdwang en clichérijm op de loer – zelfs de grote Van Altena ontkwam daar lang niet altijd aan. Eerlijk gezegd vind ik Nederlandse vertalingen van Franse chansons mooier als ze maar half zo veel rijmwoorden bevatten. In bovenstaande tekst heb ik ervoor gekozen om het eens zónder traditioneel rijm te proberen. Ik hoop dat het strakke metrum, het halfrijm (alliteratie, assonantie) en de woordherhaling voldoende soelaas bieden. En anders moet de woordkeus het maar doen.
Vertederend, jouw vertaling. Ik ben meteen op YouTube gaan luisteren hoe het origineel door Brel gezongen wordt. Nu jou nog horen zingen, dan is de cirkel rond. Hierna Guy Beart?
LikeLike
Inhoud, vorm en sfeer vertalen in een lied dat lekker loopt en goed gezongen kan worden lijkt me een niet eenvoudige klus. Je zit al meteen met de verschillen die talen onderling hebben. Zo is de zinsnede uit een van Brels liedjes “als onder de wolken mensen dwergen zijn…” (waar de opeenvolging van drie substantiva nogal poëtisch overkomt, althans op mij) een manier van zeggen die niet uit de vertaalde taal (Frans) afkomstig kan zijn.
Daarnaast zou ik niet zonder de melodie kunnen, want de vertaling moet er metrisch in passen.
Het spul laten rijmen heeft wel mijn sterke voorkeur, maar het kan inderdaad zonder. Opvallend is dan wel dat in de laatste strofe de tweede en vierde regel rijmen, wat als een verrassend slot de rest weer goedmaakt. Laat ik maar niet vragen of de dichter dat ook zo bedoeld heeft. 🙂
Ik vind het een prachtige vertaling, met twee kleine kanttekeningetjes.
Als het een simpel en niet hoogdravend gedicht moet voorstellen, dan is een “finaal diner” wel wat bombastisch, maar dat zou “gezeten aan de zee” dan ook zijn. Je zou dan kunnen uitwijken naar “zittend aan het strand” of “lui liggend in het zand”.
“De nasleep van het brassen / hoef ik niet bij te zijn /” is duidelijk, maar taalkundig klopt het niet helemaal. Als de betekenis moet zijn dat je bij de nasleep van het brassen niet hoeft te zijn, kun je dat wat verzachten tot “De nasleep van het brassen / ‘k Hoef er niet bij te zijn /” Maar misschien is dat een wat persoonlijk aanvoelen. In beide gevallen hangt die nasleep wat in de lucht, zij het in het tweede geval wat minder.
LikeLike
Ik ervaar ‘gezeten aan de zee’ wel als een beetje gedragen, maar niet als bombastisch of archaïsch. Een beetje gedragen formuleringen staan er wel meer in, en passen ook bij Brel, bij het onderwerp en bij de toon van het lied, met zijn slapende bomen en ‘nabeeld’ van bloesem.
De andere zin klopt taalkundig wel degelijk, maar dan wel volgens de grammatica van juist een iets lager stijlregister. Het is een zin à la ‘Appels hou ik van’ of ‘Barokmuziek geef ik niks om’. Ik vond dat spreektalige wel passen bij zo’n commentaarzin, die ik licht ironisch zing. Het zou niet moeilijk zijn geweest een andere formulering te bedenken die in het metrum past, maar ik vond deze juist heel geslaagd.
Het rijm im het laatste coupletje was niet gepland, maar toen het ontstond, vond ik wel meteen dat het moest blijven. Het rijm jeugdherinneringen/dingen daarentegen is echt toeval en zou ik zonder veel hartzeer opgeven.
LikeLike
Je hebt me overtuigd.
Niets meer aan doen. 🙂
Later maar eens ook het oor strelen…..
LikeLike