Als bloed iets weet, maakt hij carrière

“Als je je been niet strekt, weet het bloed niet waar hij naar toe moet”, hoorde ik een jonge sportlerares zeggen. Dat ‘hij’ verbaasde me, want ik zou ‘het’ verwachten. En niet omdat bloed een het-woord is, maar om een heel andere reden.

Als we schrijven, baseren we onze keuze voor ‘hij’, ‘zij’ of ‘het’ doorgaans op het woordgeslacht zoals dat in woordenboeken te vinden is. Naar de-woorden verwijzen we dan met ‘hij’ (man, boot, voortgang, voor Noord-Nederlanders ook melk) of met ‘zij’ (vrouw, snelheid, voor Zuid-Nederlanders en Vlamingen ook melk), naar het-woorden met ‘het’ (huis, talent, water).

Maar als we praten, volgen we steeds vaker een heel ander patroon, zo heeft mijn geleerde vriendin Jenny Audring laten zien in haar proefschrift Reinventing pronoun gender. ‘Zij’ gebruiken we dan alleen nog voor wezens, vooral mensen, die duidelijk van het vrouwelijk geslacht zijn: tante en minister, maar ook meisje en Vlekje. Alle andere wezens en de meeste telbare zaken krijgen ‘hij’: broodrooster en minister, maar ook stoeltje, dier en kip. De neiging om dat te doen is des te sterker als het bedoelde begrip concreet is: naar een boek verwijzen we vaak met ‘hij’ als we het voorwerp bedoelen, maar eerder met ‘het’ als we de inhoud bedoelen: “Hij zit in mijn tas” versus “Het heeft veel indruk op me gemaakt.” Ten slotte zijn er de ontelbare zaken als liefde, sport en melk. Daar verwijzen we in de spreektaal bij voorkeur naar met ‘het’.

Terug naar de sportjuf. Zij had het over bloed – categorie ‘melk’, lijkt me, en dus ‘het’. Toch zei ze ‘hij’. Hoe kan dat?

Ik kan twee verklaringen aanbieden, een vrij saaie en een die ik interessanter vind. De saaie is dat ‘bloed’ voor haar een orgaan is, net als de lever of de biceps. Een concreet ding dus, dat de verwijzing ‘hij’ vereist. Maar die verklaring verdraagt zich slecht met de inhoud van haar uitspraak, lijkt me. Een orgaan dat ergens naar toe moet? Organen zijn honkvast. Vloeistoffen, die verplaatsen zich door ons lichaam. En vloeistoffen zijn typische ‘hets’, geen ‘hijs’, als ik me deze meervouden mag veroorloven.

In de interessantere verklaring komt de inhoud van de hele zin in beeld. Het bloed wéét iets, zegt ze, of om precies te zijn: het weet iets niet. Vraag: wat voor soort, eh, entiteiten is in staat om iets te weten? Antwoord: een menselijk of dierlijk wezen, of een ding dat ‘wezenachtige’ trekjes heeft, zoals een computer. En naar al die wezens – behalve vrouwen – verwijzen we met ‘hij’.

Mijn idee is dus dit: niet het woord bloed bepaalde de keuze van de spreekster voor ‘hij’, maar de eigenschap die ze aan dat bloed toeschreef, namelijk het vermogen tot ‘weten’. Door iets (niet) te weten, werd het bloed van het ‘het-niveau’ opgetild naar het ‘hij-niveau’. Het bloed maakte carrière.

Als deze redenering klopt, hangt de keuze tussen ‘hij’ en ‘het’ dus niet (alleen) af van het zelfstandig naamwoord waarnaar verwezen wordt, maar (ook) van het werkwoord dat zijn activiteit beschrijft. Zolang een vloeistof typisch vloeibare werkzaamheden verricht als stromen, druppelen, stollen, lekken, spatten of schiften, zouden sprekers het verwijswoord ‘het’ moeten gebruiken. Als een vloeistof daarentegen weet, hoopt, streeft, verwacht, meewerkt of tegenstribbelt, ligt ‘hij’ meer voor de hand. Misschien is een hulpwerkwoord als ‘willen’ of ‘durven’ ook al genoeg om de eretitel ‘hij’ te verwerven. En hoe zou het zitten met water dat enigszins menselijke activiteiten ontplooit als murmelen of  linksaf slaan?

Ik weet het niet; ik ga er eens op letten. Vooral tijdens de sportles. Daar vloeien immers bloed, zweet en sportdrank. Een ideale onderzoekslocatie.

Dit bericht werd geplaatst in Nederlandse taal en getagged met , , , . Maak dit favoriet permalink.

6 reacties op Als bloed iets weet, maakt hij carrière

  1. Mooi stukje. Ik heb me altijd al afgevraagd waarom woorden mannelijk, vrouwelijk of onzijdig zijn. Ben benieuwd naar de inhoud van het proefschrift van Jenny.

    Like

    • ongast zegt:

      Voor de goede orde: het geslacht van de zelfstandige naamwoorden zelf verandert hier niet door. Ze krijgen alleen andere verwijswoorden, onafhankelijk van hun eigen geslacht. Bloed blijft een het-woord; het wordt geen de-woord.

      Like

  2. De ‘reddingsboei’ voor schrijvers-op-dreef (journalisten onder andere) die soms even klem zitten wat betreft toepassing van het juiste geslacht van een zelfstandig naamwoord?
    Door bliksemsnel in de eigen herinnering te duiken van het Duits waarin immers Der, Die en Das prompt uitsluitsel daarover geeft. Het Duits is immers een prachtige afgeleide van stamtaal-Nederlands (u zit nog overeind in uw stoel?)
    Wat niet betekent dat het zelf hanteren ervan in contacten met Duitse relaties géén overtredingen van geldende geslachtsregels betekent (hier volstrekt non-erotisch bedoeld, dat spreekt vanzelf 🙂

    Like

    • ongast zegt:

      Het verwarrende voor wie Duits kent (en dat geldt zowel voor mij als, nog sterker, voor Jenny Audring) is dat het gesproken Nederlands een radicaal ander systeem heeft ontwikkeld. En het verwarrende voor wie Nederlands schrijft, is dat-ie klem komt te zitten tussen een eeuwenoud schrijftaalsysteem en een recent, sterk daarvan afwijkend spreektaalsysteem.
      Waarschijnlijk wint op termijn de spreektaal, maar tot die tijd zitten we met twee tegenstrijdige sets van regels opgescheept.

      Like

  3. Wat een mooi stuk. Ik ben het ook helemaal eens met je hypothese. Ooit vond ik in een tekst (van de Consumentenbond) deze twee uitspraken:

    “Ook voor suiker geldt de stelregel: zolang u dit met mate binnenkrijgt”

    “Suiker levert niets gezonds. Hij is een belangrijke energieleverancier en daarmee kan hij overgewicht veroorzaken.”

    Deze zinnen komen uit dezelfde pen, dus de schrijver heeft twee verschillende keuzes gemaakt. Ook hier is in het eerste geval de suiker zomaar een stof, in het tweede een leverancier van energie en een veroorzaker van overgewicht. Door deze actieve rol verdient het/hij een “hij”.

    Succes op de sportschool!

    Jenny

    Like

Plaats een reactie