(3:) Tinke oer it Frysk

Sizzen is neat, dwaen is een ding! Dat twitterde Wil Hoekstra, en dankzij een van mijn Twittercontacten kreeg ik het onder ogen. Een half jaar geleden zou ik wel hebben herkend dat het Fries is, maar of ik het toen gesnapt had, betwijfel ik. ‘Sissen is netjes, dwang is een ding’?

Maar ik heb een tijdje terug aan het Friese hoofdstuk van mijn zeventalenboek zitten werken. Het is nog niet klaar, maar dit zinnetje is voor mij nu wel gesneden koek. En voor de lezer straks ook, verwacht ik.

Stroop de mouwen op, we beginnen:
· sizzen: ‘zeggen’. Net zoals lizzen ‘leggen’ is (en ook ‘liggen’, als ik me goed herinner). Hele werkwoorden kunnen in het Fries een slot-n hebben (sizzen) of juist niet (sizze). Maar dat is echt zo’n grammaticale subtiliteit om te negeren. Als lezer heb je daar geen boodschap aan.
· is neat: ‘is niets’ (en dus niet ‘niet’). Ons niet betekende ooit ook ‘niets’. Daartegenover stond iet, als in ietwat. Vandaar de uitdrukking ‘als niet komt tot iet’…. Het Friese woord voor ‘niet’ is net. Denk aan de oude Sonnema-reclame, met het beruchte zinnetje ‘it ken net’.
· dwaen: ‘doen’. Tegenwoordig officieel gespeld als dwaan, want het Fries kent ook zo zijn spellingperikelen. Dwaan en doen vormen een bijzonder duo: een Friese aa-klank komt zelden overeen met een Nederlandse oe. (Het enige andere geval dat ik ken is ta.) Maar goed, doen is sowieso een bijzonder geval: het enige werkwoord dat eindigt op -oen.
· een ding: behoeft geen toelichting. Behalve dat het lidwoord gespeld wordt als in. Maar goed, als ik Engels schrijf, sluipt er ook wel eens een en of de in waar ik and en the bedoel. Begrijpelijke verwarring.

Er staat kortom: ‘zeggen is niets, doen is een ding.’ Geen woorden maar daden, maar dan in het Noorden.

Hier zou ik moeten stoppen. Maar ik kan het niet laten iets toe te voegen. Want een van de woorden in het zinnetje is opmerkelijker dan het lijkt, en dat is ding. Want dat houdt zich niet aan een vast patroon. Dat patroon werkt zo:
· ‘denken’, met d, is in het Engels think, met th, en in het Fries tinke, met t;
· ‘danken’ oftewel thank is in het Fries tankje;
· ‘donder’ oftewel thunder is in het Fries tonger;
en die lijst van regelmatigheden is nog een stuk langer. Dus waarom is het woord voor ‘ding’ (Engels thing) dan niet ting?!

Ik kan twee verklaringen verzinnen. Ten eerste kan het toeval zijn. Da’s niet echt een verklaring, maar het kan wel. Of het Friese ding is ontleend aan het Nederlands. En dat vermoed ik eigenlijk, want vroeger – ik weet niet wanneer – zei men in het Fries wel degelijk ting.

Vreemd vind ik dat wel. Ik zou namelijk verwachten dat minder alledaagse woorden sneller worden vervangen door leenwoorden dan alledaagse woorden. Ik zou dus verwachten dat het Fries eerder tonger zou vervangen door ‘donder’ dan ting door ‘ding’. Of is er nog een verklaring nummer drie (trije)? Wie weet.

****

Dit is aflevering 3 van een lange serie over mijn boek ‘Leer in zeven dagen zeven talen lezen’. Update: Koop het bij je favoriete boekhandel of bestel het hier.

Dit bericht werd geplaatst in 7D7T en getagged met . Maak dit favoriet permalink.

8 reacties op (3:) Tinke oer it Frysk

  1. Erik Bouwknegt zegt:

    “Ik zou namelijk verwachten dat minder alledaagse woorden sneller worden vervangen door leenwoorden dan alledaagse woorden.”

    Eerder andersom. Ook bekend uit welke woorden in Nedersaksische dialekten als eerste van de oe-klank naar de uu-klank verschuiven, en dan verderop in het proces van de uu-klank naar de standaardtalige ui-klank. Met wildvreemden praat je vaker over je huis, dan over de muis in je huis, en in regio’s waar ‘muis’ nog ‘moes’ klinkt, kan ‘huis’ al heel goed ‘huus’ zijn.
    De huus-moes-situatie zit ongeveer in een strook die Salland, delen van Drente en het Stellingwerfs omvat.

    Like

    • Gaston zegt:

      Nee, zeker niet andersom. Woorden als drie, huis, duim, ding, gaan, eten en in zijn stokoud: sowieso Germaans, voor een deel Indo_Europees. Maar natuurlijk is jouw opmerking wel ter zake. Misschien dat ‘alledaags’ en ‘niet-alledaags’ niet precies de juiste verdeling is? Maar welke dan wel?

      Like

      • Erik Bouwknegt zegt:

        Ja, waar, maar ik dacht dat hier meespeelt dat het Fries en het Nederlands zo dichtbij elkaar liggen. Dat af en toe een Fries woordje door het Nederlands beïnvloed wordt net zoals dat in andere streektalen gebeurt.

        Maar bij nader inzien denk ik iets anders. Het bepaald lidwoord en aanwijzende voornaamwoorden beginnen in het Fries ook met een d (de, dat, dizze), en þ wordt ook intervokaal een d (beide, siede). Misschien dat ding daarop is meegesprongen? En dan vooral met die eerste groep.

        Like

        • Gaston zegt:

          Ik zat ook in de richting van lidwoorden en aanwijzende voornaamwoorden te denken. Mede omdat ik in mijn Limburgs onderscheid maak tussen ‘een dènk’ (een ding) en ‘et/dat tènk’ (het/dat ding). Dat gebeurt geloof ik alleen bij dènk, daak en dörp. Tot mijn verrassing zijn dat ook in het Fries afwijkingen van het patroon: ding, dak, doarp (cognaat van terp overigens). Maar ik zie niet meteen hoe ‘ting’ enz. zouden kunnen veranderen ‘ding’ enz. onder invloed van een voorafgaande t.

          Like

        • Erik Bouwknegt zegt:

          Dat het ook met een t kan beginnen zie je ook in de naam voor een zitting van het Middeleeuwse Drentse parlement: lotting, d.w.z. lot-ting, uit *liudi-þing.

          Maar goed, het blijft gissen, of er moet iemand zijn die er een behoorlijke studie van heeft gemaakt.

          Like

        • Gaston zegt:

          Ha, een soort Folketing!

          Like

        • Erik Bouwknegt zegt:

          Ja, drie keer per jaar, op een din(g)sdag uiteraard. Met vertegenwoordigers uit alle zes dingspelen waarin Drente was verdeeld.

          Like

  2. Pieter zegt:

    Dus de titel is, vertaald, ‘denken over het Fries’?

    En ja, net zoals de biologische variant, kan de taalevolutie onverklaarbaar kronkelen. Denk maar aan de appendix.

    Like

Plaats een reactie