#WvhN 3: Terugblikken op vooruitzien

providentiaDe Week van het Nederlands is bezig. Ik zal daarom elke dag een stukje uit mijn laatste boek Vakantie in eigen taal hier op het blog plaatsen. 

Wie ergens heen wil, moet goed vóór zich kijken, oftewel: vooruitzien. Dat wisten de Oudste Romeinen al – niet Caesar en Cicero, met hun Klassieke Latijn, maar hun voorouders, meerdere eeuwen voor Christus, die Oudlatijn spraken. Zij beseften het belang van vooruit-zien, en ze noemden dat precies als wij, maar dan in het Latijn: pro-vidre. Ze maakten er ook een zelfstandig naamwoord van, providentia.

Hun slonzig sprekende nazaten verbasterden dat woord tot prudentia, want wat wij kennen als Klassiek Latijn is in feite Oudlatijn vol klassieke fouten. En omdat slonzigheid nooit ophoudt, maakten de Fransen en Engelsen van prudentia nog weer iets anders: prudence.

Onze eigen voorouders, de wilde, bebaarde, dobbelende enz. Germanen hadden met dat hele concept niks. Vooruitzien? Dat komt wel een keer. YOLO en wie dan zorgt. Maar de beschaving begon ook aan hen te schaven, en toen ze een paar eeuwen later hun wilde baardharen hadden verloren en hun dobbelstenen opgeborgen, kregen ze alsnog behoefte aan prudentia.

Hoe zouden ze dat nou eens noemen?

Sommigen onder hen wilden het Latijnse woord eenvoudigweg overnemen. Maar conservatieven maakten daar bezwaar tegen – we moeten onze rijke Germaanse taal behoeden voor verval, de jeugd neemt steeds meer Latijnse woorden over, en meer van dat gemopper. En omdat oude lullen in die dagen nog in hoog aanzien stonden, kregen ze hun zin en kreeg een oude lul met een gymnasiumdiploma de opdracht om het begrip prudentia te vertalen. Iets met ‘voor’, vermoedde hij meteen. Voor-tanden, nee; voor-zorgen, hmmja, beter; voor-kijken, nog beter … Voor-zien! Maar dat was een werkwoord. Voorzichtig! Nee, weer fout, dat was een bijvoeglijk naamwoord. Voorzichtigheid dan! Ja, dat was het: voorzichtigheid. Hij stelde het voor, men keurde het goed en wij zeggen het nog steeds.

Prudentia, heb ik net verteld, was een verbastering van providentia. Maar latere generaties Romeinen hadden dat niet meer zo door. Wél begrepen ze nog steeds dat wie ergens heen wil, goed voor zich moet kijken. Daar hoef je ook niet zo uitzonderlijk schrander voor te zijn: iedereen die wel eens in een vreemd huis geprobeerd heeft om ’s nachts zonder licht de wc te vinden, die weet: iets kunnen zien, dat helpt enorm. En zo kwam het dat die Latere Romeinen nog weer een keer het woord providentia bedachten.

Maar inmiddels zaten we al ruimschoots na Christus, en dus met christenen. Die spraken ook Latijn, en kaapten het woord. Hun god was de alomtegenwoordige albestierder die bepaalde waar het met alles heen ging,dus hun god keek beslist allemachtig goed vóór zich. Ze spraken daarom van de goddelijke providentia.

Een poosje later begaven de christenen zich onder de Germanen. Nadat die eerst een poosje principieel ‘nee’ hadden gezegd (Bonifatius bij Dokkum enz.), gingen ze door de knieën en ’s zondags ter kerke, waarschijnlijk om van het gezeur af te zijn – ik ken dat nog uit mijn eigen jeugd. Maar na een paar eeuwen christendom begonnen ze het bezwaarlijk te vinden dat ze nog steeds bar weinig begrepen van wat ze hadden beloofd te geloven. Het werd tijd, vonden ze, om het christendom te vertalen. Maar het geloof zat vol moeilijke Latijnse woorden. Een Germaan die op seminarie had gezeten kreeg opdracht om die te vertalen. Geen gemakkelijke klus. Wat moest hij bijvoorbeeld met providentia? Iets met ‘voor’, iets met ‘zien’… En niet ‘voorzichtigheid’, want dat had al een betekenis … Voorzienigheid, dat was het!

En zo geschiedde het in die dagen dat het Germaans, en uiteindelijk dus het Nederlands, twee bijna identieke woorden verwierf, ‘voorzichtigheid’ en ‘voorzienigheid’, die allebei teruggaan op een Latijnse samenstelling van pro en videntia. En niemand die dat had voorzien. Want ‘regeren is vooruitzien’, maar praten is dat niet. Praten is meer een kwestie van improviseren. En im- pro-viseren is nou juist: niet-vooruit-zien.

Dit bericht werd geplaatst in Nederlandse taal, vreemde talen en getagged met , . Maak dit favoriet permalink.

Een reactie op #WvhN 3: Terugblikken op vooruitzien

  1. Jouke Bergsma zegt:

    Kennelijk had niemand de vooruitziende blik om dit aan te zien komen.

    Like

Geef een reactie

Vul je gegevens in of klik op een icoon om in te loggen.

WordPress.com logo

Je reageert onder je WordPress.com account. Log uit /  Bijwerken )

Facebook foto

Je reageert onder je Facebook account. Log uit /  Bijwerken )

Verbinden met %s