Die stond niet op mijn PowerPoint

Gaf ik de workshopdeelnemers vier keuzes, kwamen ze met een vijfde op de proppen. Een waar ik niet aan gedacht had. Sterker nog: een die me pas overtuigde toen een flinke meerderheid bevestigde dat ie wel degelijk kon, wat hun betreft. Oké dan. Leerzaam, zo’n workshop.

Aanleiding was deze zin: Ik vind de koekjes wel lekker, maar ik hou meer van de koekjes die we gisteren hadden. Maar stel nu dat je ‘koekjes’ liever niet twee keer voluit wilt schrijven, maar de tweede keer alleen ernaar wilt verwijzen. Hoe pak je dat aan?

De eerste optie die ik aanbood was: Ik vind de koekjes wel lekker, maar ik hou meer van degenen die we gisteren hadden. Klinkt niet onaardig, maar – zo opperden er een paar – was ‘degenen’ niet alleen bruikbaar voor mensen? Misschien wel – vonden anderen –, maar het was intussen best gangbaar om het ook voor dingen te gebruiken. Alleen, die n aan het eind – riep iemand –, was die niet vreemd als het om dingen ging? Denk aan allen versus alle, dezen versus deze.

Was ik het helemaal mee eens. Ik had dan ook een tweede optie al klaarstaan in mijn PowerPoint: Ik vind de koekjes wel lekker, maar ik hou meer van degene die we gisteren hadden. Beter, vonden velen, al konden sommigen zich daar nog steeds niet in vinden.

Oké, sprak ik tot die sommigen, maar wat willen jullie dán? Zijn jullie soms voorstander van Ik vind de koekjes wel lekker, maar ik hou meer van die welke we gisteren hadden? Nee, dat wou niemand, helemaal niemand. Ik had met professionele tekstschrijvers van doen, niet met halfgeletterde makelaars.

Wat ook kan, zei ik, is deze: Ik vind de koekjes wel lekker, maar ik hou meer van die die we gisteren hadden? Beter? Minder erg, oordeelden ze. Maar ook niet ideaal.

Tja, meer smaken zijn er niet, meende ik. We zullen moeten kiezen tussen degene die en die die. Waarbij mijn persoonlijke voorkeur naar die eerste uitgaat.

En toen gebeurde het dus: ‘Alleen die is eigenlijk al genoeg’, opperde iemand. Bedoel je Ik vind de koekjes wel lekker, maar ik hou meer van die we gisteren hadden?, vroeg ik. Die stond niet op mijn PowerPoint, en ook niet in mijn mentale grammatica. Ja precies, zei ze. Ja hoor, echoden de meesten. (Tot drie keer toe zelfs, want ik gaf de workshop drie keer op één dag, en tot drie keer toe speelde zich ongeveer het bovenstaande af. Met deelnemers van vele leeftijden en uit alle hoeken van Nederland.)

Serieus?, vroeg ik. Serieus, zeiden ze. Dus ik hardop herhalen, luisteren, proeven op het trommelvlies. Ik hou meer van die we gisteren hadden. Voor mij was het nieuw. En dus onwennig. Maar hé, het loste een probleem op. Er was draagvlak voor. En zo heel raar was het nou ook weer niet, want Ik hou meer van wat we gisteren hadden is natuurlijk een doodnormale zin. Daarin is ‘wat’ een betrekkelijk voornaamwoord met ingesloten antecedent. Dat kan dus. Dus vooruit. Of waarom van dat schoorvoetende? Gewoon: hé leuk, ja, goeie oplossing!

Zodat ik die workshop uiteindelijk verliet met een vergroot grammaticaal repertoire. Dat gebeurt niet alle dagen, dus het is wel een bedankje waard. Dank aan de tekstschrijvers van Tekstnet! Dank voor dit presentje. En het is werkelijk niet dat ik hun oordeel niet zou vertrouwen – integendeel, ik ben óm – maar toch, ik wil graag weten: wat zouden de lezers van dit blog ervan vinden? Ik vind de koekjes wel lekker, maar ik hou meer van die we gisteren hadden: waar plaatsen jullie dat, op de schaal van goed en fout, van mooi en lelijk, van formeel en informeel?

Dit bericht werd geplaatst in Nederlandse taal en getagged met , , , , . Maak dit favoriet permalink.

9 reacties op Die stond niet op mijn PowerPoint

  1. Ine de Bock zegt:

    Al lezend voordat het thema überhaupt wordt genoemd hier dacht ik:
    “Ik vind de koekjes wel lekker, maar ik hou meer van die we gisteren hadden” als
    de meest logische, goede, gewone constructie.
    Is jouw moedertaal ook Limburgs?
    In het Limburgs ben ik geneigd te zeggen: “ig vinj die kökskes waal lekker, mer die veer giesteren hadden vinj ig lekkerder”
    Toen ik net in Leiden woonde kreeg ik een taalkundige als vriendje. Ik was toen vaak proefpersoon om zinnen in het Limburgs te vertalen. Maar ik deed het niet goed. De fout die zíj́ echter maakten was dat ze mij Nederlandse zinnen letterlijk lieten vertalen in het Limburgs – ipv een situatie te beschrijven zodat ik mijn eigen manier kon gebruiken . Ik herinner mij dat ik moest vertalen: de bus heeft een kapotte band. Ik deed dat letterlijk. Maar ze waren teleurgesteld omdat het goede antwoord was de grammaticale constructie: “de bus heeft de band kapot”
    Misschien is dat met die koekjes net zo?

    Like

  2. Monique van Eeden zegt:

    De laatste oplossing klinkt me volkomen natuurlijk in de oren.

    Like

  3. Klaas zegt:

    Ik zou spontaan zeggen “maar ik hou meer van die van gisteren”, of “maar die van gisteren vond ik lekkerder”. Het eerste voorbeeld is met “houden van”, en daardoor meer in de stijl van de gegeven PowerPoint opties. Het tweede voorbeeld heeft ook volgens ouderwetse grammatica aan één “die” genoeg.

    Like

  4. Verkempinck Brecht zegt:

    Beste Gaston,

    Sorry voor de korte stijl (ik zit aan een Fins meer in de buurt van de poolcirkel en tik dit op mijn gsm).

    In de juridische wereld zou men naar de koekjes verwijzen als volgt: “die welke we gisteren hadden”. Dit alternatief klinkt erg oubollig, maar het komt dus nog vaak voor in wetgeving en rechtspraak.

    Vriendelijke groeten,

    Brecht

    Like

  5. jan4711 zegt:

    Als je gaat googelen op ‘maar die ik gisteren’, of ‘maar die ik vorige week’, dan vind je meer voorbeelden van deze constructie. Direct nadat ik de vraag las drong zich al de optie van het publiek aan mij op. Voor mij is het de enige optie die natuurlijk klinkt. “Ik vind deze broek wel mooi, maar die ik gisteren aan had zit lekkerder.”
    Grammaticaal onjuist? De grammatica dicteert niet, maar beschrijft hoe een taal gesproken wordt. Taal evolueert. Wat nu door taalpuristen als fout wordt gezien, kan over tien jaar beschreven zijn als een grammaticale regel.
    Trouwens, dat dit een ingesloten antecedent heet, wist ik niet. Weer wat geleerd 🙂

    Geliked door 1 persoon

  6. Lidwien zegt:

    Als spreektaal is één keer ‘die’ prima!

    Like

  7. Heleen de Boer zegt:

    Grammaticaal fout (moet zijn die die) maar maatschappelijk geaccepteerd.

    Like

    • Gaston zegt:

      Mijn overtuiging is: zodra op taalgebied iets breed geaccepteerd is, is het ook correct. Want zoals een regering haar legitimiteit ontleent aan de kiezers, zo ontleent een taal die aan haar sprekers.

      Like

Plaats een reactie