Soms wil ik iets zeggen maar begrijp ik een fractie van een seconde voor ik mijn mond open dat het al niet meer hoeft, bijvoorbeeld omdat mijn gesprekspartner me voor is. Maar dan zeg ik het toch.
Ik: ‘Hoe heette die tent ook weer waar we toen, je weet wel, in een dorp in de buurt van Kantens – waar de serveerster zo een beetje brutaal maar heel grappig eh…’
Korte stilte. Dan schiet me de naam te binnen.
Op datzelfde moment mijn vrouw: ‘Pisa.’
Daarop ik, desondanks ook nog: ‘Pisa!’
Op het moment dat ik het zeg heb ik al begrepen dat het niet meer hoeft, dat het een zinloze herhaling is. En het is niet dat ik wil laten merken dat ik het ook weet. Het is zelfs niet dat ik wil laten merken dat we het eens zijn. Het lukt me gewoon niet meer om mijn woorden nog binnen te houden. De trein is al vertrokken en kan niet meer tijdig tot stilstand worden gebracht. Ook mijn mond heeft kennelijk een remweg.
Ik heb mijn vrouw gevraagd of zijzelf dat ook wel eens heeft, en ze zei ja. Dus ofwel zijn we een koppeltje zeldzame aberraties, ofwel is dit een wijder verbreid verschijnsel. Normaal zou ik nu bij elkaar googelen wat de taalkunde hierover te melden heeft, maar ik kan in dit geval geen goede zoektermen verzinnen. En ook in mijn boekenkast zie ik niet meteen een veelbelovende titel.
Wie weet er meer over?
Ik heb ooit voor een stage op de universiteit een onderzoekje gedaan waarbij proefpersonen oogbewegingen moesten maken naar stipjes die links en rechts verschenen, tenzij er een piepje klonk, dan moesten ze juist de andere kant op kijken. Als dat piepje te laat kwam, maar nog wel voordat de oogbeweging begonnen was, bleek de beweging niet meer te annuleren.
Ik neem aan dat er met spraak vergelijkbare processen spelen. Wat eenmaal in gang gezet is, kan na zekere tijd niet meer gestopt worden.
LikeGeliked door 1 persoon
Een interessant fenomeen. Ik heb er ook geen verstand van helaas, maar een kleine zoektocht op het web levert op dat het ontvangen en het produceren van taal door verschillende hersengebiedjes wordt gedaan. Het centrum van Wernicke is nauw betrokken bij begrip; de spraak wordt gecontroleerd door het centrum van Broca. Ik kan mij voorstellen dat ze tot op zekere hoogte onafhankelijk van elkaar, of parallel, werken. Daarnaast schijnt er bij spraakproductie inderdaad sprake te zijn van een treintje processen dat in gang kan worden gezet en dat vervolgens enigszins automatisch wordt afgehandeld (gelukkig maar, in de meeste gevallen). Daar wordt hier wat over gezegd: https://en.wikipedia.org/wiki/Speech_production#Three_stages.
Het vraagstuk lijkt tot het domein van de psycholinguïstiek te behoren.
LikeLike
Ja, dat heb ik ook wel eens. Een signaal voor een fysieke actie, dat eenmaal geinitieerd is, kan blijkbaar niet meer worden ingetrokken. Zoals ik soms tijdens het pianospelen besef dat ik een verkeerde toets ga aanslaan, maar de vinger al onderweg is en de valse noot onherroepelijk gaat klinken.
Overigens herken ik ook de situatie die jij beschrijft. Je partner geeft het antwoord, dat jou ook op dat moment te binnen schiet. Zou dat een bewijs voor telepathie kunnen zijn? Kwantumverstrengeling op neuraal niveau?
LikeLike
Op Twitter merkt Wouter van Wingerden op: als je gesprekspartner het juiste antwoord geeft en jij beseft dat je het verkeerde wilde geven, kun je het nog wél inslikken. Hij wel tenminste, en ik geloof ik ook. Maar dat lijkt strijdig met jouw pianovoorbeeld. Of zou het verschil zijn dat zwijgen oké is, terwijl een noot overslaan bijna even storend is (voor pianist en luisteraar) als de verkeerde noot aanslaan?
Die telepathie en kwantumverstrengeling, daar waag ik me niet aan. Maar ik waardeer ‘wild denken’.
LikeLike
Ik vermoed dat je het in de neurologie moet zoeken, een signaal dat al gegeven is om iets te zeggen terwijl in een ander stuk van je brein het besef er al is dat wat je zegt overbodig is. Ik ken het ook, maar ik kan er dan nog een ‘dus’ aan toevoegen: ‘Pisa … dus’, in jouw voorbeeld.
LikeGeliked door 1 persoon