De nieuwsbrief van presentatie- en taalcoach Buffi Duberman is een van de weinige die ik trouw lees, elke maandag weer. Hij is persoonlijk en levendig en ik word er telkens opgewekt van, ook al weet ik best dat het hogere doel ervan is om uiteindelijk een klant van me te maken – een doel dat ze trouwens ook heeft bereikt. Geeft niks; als klant word je weer net zo uitbundig bejegend. ‘Ontregelend innemend’, zoals NRC schreef.
Onlangs heeft Buffi een nieuw boek bij elkaar gecrowdfund: 100 ways to save your ass in English. 100 manieren om je Engels te verbeteren voor elke business-situatie. Het is gebaseerd op haar taalcoachingservaring met artiesten, politici en bedrijfslevers van het type dat vanaf een podium het voetvolk enthousiasmerend wil toespreken of internationale onderhandelingen moet voeren. Bekende namen: op de achterkant staat een aanbeveling van Caro Emerald, en die ken ík zelfs, dus die moet aardig beroemd zijn. Het voorwoord is geschreven door Jan Marijnissen. Ik vond dat een dusdanig verrassende inleider dat ik heb gecontroleerd of het geen naamgenoot was, maar nee, het was de socialist in ruste.
Net als de nieuwsbrief maakte het boek me sowieso vrolijk, want de toon is weer dezelfde. Of bijna dezelfde: Buffi heeft het joligheidsgehalte wijselijk een paar slagen lager gedraaid. 172 bladzijden lang keten, dat trekt een lezer niet. Maar je moet wel erg chagrijnig zijn om weerstand te kunnen bieden aan 172 bladzijden van goedgehumeurde levenslust.
Genoeg over de toon. Is de inhoud de moeite waard? Wat staat er eigenlijk in?
De eerste helft, zo’n tachtig bladzijdes, omvat dertig stukjes – noem het lessen – die Nederlandstaligen moeten behoeden voor veelgemaakte fouten in woordkeus, uitspraak en grammatica. Over het betekenisverschil tussen in time en on time, de uitspraak van ice versus eyes en de grammaticale onmogelijkheid van many advices. Sommige kwesties lijken me iets te simpel – het verschil tussen to, too en two bijvoorbeeld – maar ik neem aan dat ze het in de praktijk heeft zien misgaan. Van de meeste dingen herinner ik me daarentegen dat ik ze me pas ná mijn vwo heb eigengemaakt. Als ik dit boek had gelezen toen ik in de twintig was, had ik aan de eerste helft veel gehad.
De tweede helft is ruwweg even lang, maar bevat liefst zeventig lesjes – ik denk dat de auteur erg graag het getal 100 in de titel wilde. Dit deel is wat serieuzer van toon en gaat grotendeels over situaties als onderhandelingen, presentaties, telefoongesprekken, borrels en meer van dat zakelijks. Ze deelt een hoop nuttige formuleringen uit: That wraps up the first part of my talk, I’d love to hear about what you’ve been up to lately, Would it by any chance be possible to move the meeting up a few days en vele meer. Daarbij licht ze toe wat formeel en wat informeel klinkt en waar de interculturele valkuilen op de loer liggen. Ook krijgen we presentatietips die niets met Engels te maken hebben maar wel uiterst bruikbaar zijn: over ademhaling, contact houden met het publiek en de juiste hoogte voor spiekbriefjes (altijd lager dan de tepels, namelijk).
Ik vermoed dat de twee helften heel verschillend zijn ontstaan. In deel 1 zie ik Buffi voor een groep jonge popartiesten staan, bijvoorbeeld aan de Rockacademie waar ze lesgeeft of bij een van de tv-programma’s waar ze achter de schermen aan meewerkt. In deel 2 zie ik haar een zakelijk publiek van serieuze middelbare dames en heren toespreken. Die twee groepen mengen wat moeizaam, in het echte leven en in een boek. Maar ach, de popelende popartiesten leren in deel 2 wat ze straks op hun Amerikaanse tournee kunnen zeggen, terwijl de hotemetoten zich in deel 1 kunnen vleien met de gedachte dat hun Engels best al goed is.
En ik? Ik doe mijn voordeel met deel 2. En verheug me op mijn volgende presentatiecoaching.
****
Buffi’s websites heten Buffi Duberman en Rock Your English!
Uiteraard, Gaston.
Mooi gepoetiseerd, Mient.
LikeLike
Maurits bedoelt: “Denkend aan Dorren zie ik vernuft en plezier lustig door d’ernst van expressie gaan”.
LikeGeliked door 1 persoon
Ben altijd weer verrast hoe goed mijn Engels is, als Nederlander. Tot ik een Engelsman tegenkom, natuurlijk. Dan blijkt er nog wel wat te schorten aan woordkennis en uitspraak. Lijkt me dus een aanwinst, dit boekje. Ga ook haar site eens bekijken. Ter afwisseling van jouw geneuzel over mijn moerstaal.
LikeLike
‘Geneuzel’ in de vriendelijkste en respectvolste zin van het woord, ongetwijfeld?
LikeLike