(30:) Tussentijd

Het zijn voor een schrijver de spannendste weken: die tussen het goedkeuren van de aller-, allerlaatste opmaakproef en de daadwerkelijke papierwording van het nieuwe boek. Ik bevind me nu diep in die periode, want dinsdag aanstaande komt Zeven talen in zeven dagen uit (hiernaast op de rug gezien).

Aan de tekst kun je nu als schrijver niets meer doen, dus alle tikfouten en blunders die je nog ontdekt, zijn voor de eeuwigheid, of toch in ieder geval voor de hele eerste oplage. Een gedrukt exemplaar heb je nog niet in huis, dus de naderende verschijning is nog even een abstractie, en je moet er maar op vertrouwen dat drukker en binder zullen baren wat schrijver en vormgever menen te hebben verwekt. Hoe de media je nog kwetsbare geesteskind zullen ontvangen – met lof, kritiek of stilte – wordt maar heel geleidelijk duidelijk. En daar hangt weer goeddeels van af of de beoogde lezers zullen vernemen dat je boek bestáát. En ook of ze zullen denken: hé wat leuk, da’s net iets voor mij, of een leuk cadeau voor die en die.

Wat kun je, als schrijver, in die knisperende tussentijd wél doen? Je kunt je voorbereiden op interviews. Inmiddels heb ik er drie gegeven (aan Trouw, NRC, AD), en ik weet vrij zeker dat die met minder voorbereiding minder goed waren verlopen. Je kunt je website bijwerken. Ook dat heb ik gedaan: zie onder meer de afbeelding boven aan dit blog. En je kunt proberen zelf je beoogde lezers te bereiken. Hoi, lezer! Ten slotte moet je zorgen dat je in die periode geen verkoudheid, geen logés, geen jarige partner en weinig ander werk hebt. Dat is helaas allemaal mislukt.

Gelukkig loopt de tussentijd op zijn eind. Gisteren had ik een opgetogen uitgever aan de lijn, die het net ontvangen boek dusdanig ophemelde dat mijn eerste kennismaking ermee alleen nog maar kan tegenvallen. Vanmiddag krijg ik waarschijnlijk zelf een onofficieel eerste exemplaar in handen. En dinsdag wordt dan op de uitgeverij, in gezelschap van een paar vrienden en kennissen, het officiële eerste exemplaar aan mij overhandigd. De stukken in Trouw en AD verschijnen ook op of rond die dag. En een paar dagen later mag ik mijn verhaal doen aan Frits Spits en de luisteraars van de Taalstaat.

De spannendste periode heb ik dan wel achter de rug. De ergste handenwringende onzekerheid is misschien zelfs nu al voorbij, want genegeerd wordt het boek in ieder geval niet en de interviewers leken hun messen niet te slijpen. Sterker nog: twee van hen, en eerder ook al enkele proeflezers, vertelden me licht verrast maar heel tevreden dat het boek zijn doel bereikt: nadat ze een paar uur hadden besteed aan een voorheen onbekende taal, konden ze die daarna lezen. Nog niet vloeiend natuurlijk, maar dat komt met voldoende oefenen vanzelf.

Het boek doet dus wat het belooft. Wil je dat goed onthouden?

****

Dit is aflevering 30 van een doorlopende serie over het maken én lanceren van mijn boek ‘Zeven talen in zeven dagen’. Update: Koop het bij je favoriete boekhandel of bestel het hier.

Dit bericht werd geplaatst in 7D7T, boeken e.d., vreemde talen. Bookmark de permalink .

Geef een reactie

Vul je gegevens in of klik op een icoon om in te loggen.

WordPress.com logo

Je reageert onder je WordPress.com account. Log uit /  Bijwerken )

Facebook foto

Je reageert onder je Facebook account. Log uit /  Bijwerken )

Verbinden met %s