Gay, geh, gué

Taalstaat

Klik op de foto om het interview te horen en zien.

“Annie M.G. Schmidt”, antwoordde ik gisterochtend op een vraag van radiopresentator Frits Spits. Wat hij vroeg doet er nu even niet toe, het punt is dat hij me vervolgens erop attendeerde dat ik de ‘G’ ongeveer als gay uitsprak. En daar had hij helemaal gelijk in. Spits meende dat dat kwam door mijn Limburgse afkomst, maar ik denk dat hij er op dat punt naast zat. In de meeste Limburgse dialecten komt die k-achtige g-klank (gespeld als gk) weliswaar voor, bijvoorbeeld in zègke (‘zeggen’), maar nooit aan het begin van een woord. Een garage is in het Limburgs een /g(a)raasj/, geen /gk(a)raasj/. Ook de voornaam van de bekende Limburgse zanger Gé Reinders klinkt niet als /gkee/, maar als /gee/ – met een zachte g, natuurlijk, dat wel.

Waarom had ik het desondanks, meermalen zelfs en geheel ten onrechte, over /annie em gkee sjmiet/? Door haar achternaam, denk ik. Die is natuurlijk Duits. Had ze Smit geheten, dan weet ik vrij zeker dat ik gewoon /annie em gee smit/ had gezegd. Maar wetend dat er een Duitse afslag kwam, sorteerde mijn mond alvast voor op Duitse klanken, en zo werd het /gkee/. Eigenlijk niet zozeer gay dus, maar eerder geh.

Nu moet ik wel toegeven dat ik de /g/ en de /gk/ vaker verwar. Niet dat ik zo iets als ‘gkisteren gking het gkoed’ zal zeggen, maar in namen die wat buitenlands aandoen haal ik die on-Nederlandse /gk/ wel graag van stal. Als mensen Guido heten, heb ik de neiging om die naam niet als /gido/, maar op zijn Frans als /gkido/ uit te spreken (net als in het Franse woord gué dus). Ook namen als Igor en Gabriëlle zijn niet veilig voor mijn gkee-drang. Zelfs Gall en Gall noemde ik lange tijd /gkal en gkal/, maar mijn vrouw heeft me net zolang uitgelachen tot ik het goed zei.

Even terug naar Frits Spits. Die man is een scherp luisteraar. Niet alleen tijdens het interview viel hem die /gk/ op, maar ook een paar dagen eerder al een keer, toen hij belde voor een voorgesprek. Nadat we onze namen hadden gezegd, stelde hij hardop vast dat ik mijn voornaam met een /gk/ uitspreek, en met de klemtoon achteraan. Aan zo’n alert oor kan ik een voorbeeld nemen – zeker wanneer ik weer eens een Guido, Igor of Gabriëlle leer kennen. En misschien verklaart mijn voornaam ook waarom ik /gido/ en /gkido/ verwar: ik word zelf zowel /gkastõ/ als /gáston/ genoemd (en elders in de wereld /gkastón/, /gkestn/ en /kasjtóng/).

Tijdens ons studiogesprek deed zich nóg een derde gk-kwestie voor, en ditmaal was ik degene die erop wees. Het was nu niet de letter g die raar werd uitgesproken, zoals ik had gedaan, maar de k. Spits liet namelijk een opname uit het Groot Dictee horen waarin Philip Freriks  het  woord Kikongo dicteerde, de naam van een taal in Congo. Hij sprak de tweede k van die naam als /gk/ uit, waarschijnlijk onder invloed van de /gk/-klank vlak daarna. Hij zei dus /ki-gkong-gko/ in plaats van /ki-kong-gko/.

Ik kon het niet laten op te merken dat het nu toch echt Freriks zelf was die een taalfout maakte. Wie de rode pen hanteert, zal door de rode pen getroffen worden.

***

Frits Spits interviewde me in zijn radioprogramma De Taalstaat, naar aanleiding van mijn net verschenen boek Vakantie in eigen taal. De opname, inclusief beelden van de webcam, is hier te bekijken.

Dit bericht werd geplaatst in boeken e.d., Nederlandse taal en getagged met , . Maak dit favoriet permalink.

4 reacties op Gay, geh, gué

  1. Frans Daems zegt:

    In Vlaanderen, ook in Limburg, wordt Gaston normalerwijze uitgesproken met stemhebbende fricatief /g/, en met de klemtoon op /on/.

    Like

Geef een reactie

Vul je gegevens in of klik op een icoon om in te loggen.

WordPress.com logo

Je reageert onder je WordPress.com account. Log uit /  Bijwerken )

Twitter-afbeelding

Je reageert onder je Twitter account. Log uit /  Bijwerken )

Facebook foto

Je reageert onder je Facebook account. Log uit /  Bijwerken )

Verbinden met %s