Nederland speelt morgen pas tegen Argentinië, maar ik zit nu al in spanning: zal Jeroen Grueter eindelijk de namen van Spaanstalige voetballers correct gaan uitspreken? Tot nu toe is dat hem en zijn collega’s niet gelukt.
Toch heeft Oranje gedurende dit toernooi al vier van zijn vijf wedstrijden tegen Spaanstalige landen gespeeld, en sowieso komen de verslaggevers vaak met Spaans in aanraking, want het Spaanse voetbal is de afgelopen jaren dominant geweest. Waarom dan toch de belabberde uitspraak van zo veel namen?
Kijk, ik begrijp best dat Grueter bij Miguel Herrera geen onderscheid maakt tussen de lange en de korte r van de achternaam. Dat verschil kennen we tenslotte niet in onze taal. Ik snap ook nog net dat hij in een onbewaakt ogenblik de ‘u’ van Miguel een keer uitspreekt, ook al is de correcte uitspraak ‘migel’, met zo’n k-achtige g.
Maar de klemtonen, da’s een ander verhaal. Die moeten gewoon goed kunnen gaan. Tenslotte hebben Nederlandse namen ook klemtonen, dus dat is geen exotisch verschijnsel. Waarom noteren Grueter en zijn NOS-collega’s niet voor elke naam even welke lettergreep de klemtoon draagt? (Bijvoorbeeld in datzelfde aantekenboekje waarin al die andere weetjes staan genoteerd? Het bizarre verhaal dat de grootvaders van speler A en speler B in 1934 nog voor dezelfde ploeg C zijn uitgekomen en dat hun buren op het WK van 1968 grensrechters waren, en wel precies op de verjaardag van hun gezamenlijke schoonmoeder D? Dat boekje dus – daar kunnen die klemtonen toch ook nog wel bij?)
Maar nee. Suárez, nota bene een van de bekendste voetballers ter wereld en liefst vijf jaar lang speler in de Eredivisie, wordt om de haverklap als SUarez aangeduid. Ruiz, die tweeënhalf jaar over de Nederlandse velden heeft gedarteld, moet zich geregeld de uitspraak RUiz laten welgevallen. Bij Márquez, Hernández, Vázquez en Aránguiz gaat de klemtoon juist naar achteren: ze klinken als marQUEZ, hernanDEZ, vazQUEZ en aranGUIZ. Helemaal treurig is het gesteld met Jiménez: ik heb zowel JImenez als jimeNEZ gehoord. Alleen de juiste variant blijft hardnekkig achterwege.
Terwijl het zo eenvoudig is. Want met twee eenvoudige regels zijn bijna alle Spaanse namen foutloos te beklemtonen.
Regel 1: een letter met een accentteken krijgt altijd de klemtoon: Vázques is dus VAZquez.
Regel 2: bij woorden zonder accentteken ligt de klemtoon op de voorlaatste lettergreep als ze eindigen op een klinker (salCIdo), s (paLAcios) of n (zeldzaam), en anders op de laatste (aguiLAR, viDAL).
En mocht dat toch nog te moeilijk zijn, dan staan hier alle 24 Argentijnse namen op een rijtje, inclusief de juiste klemtoon en bij benadering de juiste uitspraak.
Om de sfeer in het Nederlandse kamp niet te bederven, wil ik eindigen met een compliment aan Grueter en collega’s. In de namen Umaña en Bolaños spreken ze de ñ consequent, en correct, uit als ‘nj’, zoals in Oranje. Da’s knap, want de Braziliaanse televisie schrijft die namen, irritant genoeg, steeds weer als Umana en Bolanos.