Ik heb van het meertaligheidsfestival Drongo veel te weinig meegekregen. Maar ik heb er wel iets geleerd.
Zoals ik vooraf al vermoedde (zie deze blogpost) was ik de hele dag aan mijn eigen kraam gekluisterd, zodat ik vrijwel geen andere kramen, optredens en activiteiten heb gezien. Samen met mijn vrouw heb ik, aan de hand van mijn eigen app, tientallen mensen taaltoeristisch advies gegeven: welke bestemmingen in Europa zijn uit taaloogpunt interessant?
Dat leidde tot veel leuke en ook nuttige gesprekken, en die weer tot tweets als ‘Wat een leuke app hebben zij ontwikkeld!’ (van Charlotte, @loth85) en ‘Goede tweede op #drongofest was @taaljournalist, vanwege het leuke, persoonlijke reisadvies’ (van Kirsten, _netsriK_). Daarnaast heb ik ook nieuwe informatie voor de app gekregen: mooie bestemmingen op Corsica bijvoorbeeld (dank, Marilena Verheus), en het ietwat droevige bericht dat Intertaal zijn winkel in Amsterdam heeft gesloten.
Maar mijn bewering hierboven dat ik iets heb geleerd, slaat op iets anders. Op de toekomst van het gedrukte boek, namelijk. Ik leefde tot dusverre in de veronderstelling dat dat een steeds marginaler positie zou krijgen, naast het oprukkende e-boek. Maar toen Drongo-bezoekers gisteren bij ons kraampje konden kiezen tussen papieren en digitale boeken, maakten ze vrijwel allemaal de ‘ouderwetse’ keuze – het grote prijsverschil ten spijt.
Middelbare mensen zeker, net als ik? Voor een deel wel, ja. Maar een flink deel van de aanloop bestond juist uit studenten, jonge vrouwen (vooral) van onder de dertig. En van hen wilde er niet één een digitaal boek. Ze wilden een echt boek vasthouden, ze wilden bladeren, ze wilden het zelfs ruiken. Het enige positieve wat ze over e-boeken hadden te zeggen, was dat die ‘handiger zijn om mee te nemen op vakantie’.
‘Maar de generatie die nu wordt geboren, zal daar vast wel anders over denken’, merkte ik op. ‘Ik betwijfel het’, antwoordde bovengenoemde Kirsten. ‘Als ik kinderen krijg, laat ik die gewoon weer kennismaken met papieren kinderboeken.’
Krijg daar maar eens een speld tussen.
Kortom, ik begin sterk te vermoeden dat het papieren en het digitale boek inderdaad bestaansrecht hebben naast elkaar, zoals natuurlijk al meer mensen hebben beweerd. (Hier een eerdere blogpost daarover.) Waarbij de kans misschien wel groter is dat het e-boek een nicheproduct wordt naast zijn gedrukte tegenhanger dan omgekeerd.
En om nog even terug te komen op Drongo: volgend jaar ga ik weer gewoon als bezoeker. Zo’n kraam bemannen is leuk, maar zo veel interessants missen dat zich een paar meter verderop afspeelt, is buitengewoon frustrerend.