Te joods, te katholiek, te onrendabel

Voor de Tweede Wereldoorlog was er één man ter wereld die zich in de geschiedenis van de Albanese taal verdiepte, en die heette Norbert Jokl. Deze hoogleraar aan de universiteit van Wenen en ‘vader van de albanologie’ was de archetypische kamergeleerde: vrijgezel, kluizenaar, polyglot. En jood. Meteen na de Anschluss (1938) werd hij ontslagen, enkele jaren later gedeporteerd en vermoord.
Toen was er geen enkele kenner van het Oud-Albanees meer. Het onderzoek naar deze vrij moeilijke taal zonder naaste verwanten lag tientallen jaren in feite stil. Alle oude teksten, vijftienhonderd pagina’s drukwerk waar Jokl nauwelijks aan toe was gekomen, lagen te wachten op een geleerde. Onder buitenlandse taalkundigen was kennis van het moderne Albanees al dun gezaaid, laat staan van het oude. In het land zelf brandden wetenschappers hun vingers niet aan deze documenten: het rabiaat communistische regime zag weinig nut in de studie van abstruse oude teksten. Katholieke teksten bovendien, terwijl Albanië zichzelf in 1967 tot atheïstische staat had uitgeroepen.
De nazi’s vermoordden dus de prominentste deskundige omdat zijn geloof hun niet beviel. En de communisten negeerden de belangrijkste historische teksten omdat het geloof van de auteurs hun niet beviel. De geschiedenis herhaalde zich misschien niet, maar van variaties op een thema mogen we toch wel spreken.

Inmiddels is Albanië weer een soort van normaal land, waar mensen enig belang stellen in hun eigen verleden. Maar Albanese wetenschappers zijn niet in staat de oude boeken te onderzoeken. Deels uit geldgebrek, maar vooral omdat ze in hun orthodox-atheïstische jeugd weinig kennis van het katholicisme hebben opgedaan, en dus de finesses van die religieuze teksten niet snappen.
De belangstelling uit het buitenland is evenmin overweldigend. Laten we wel wezen: een studie van het Oud-Albanees, dat biedt weinig hoop op een rendabele start-up. En onderzoekers die daar niet in geloven, die bevallen de academische besluitnemers van vandaag niet.
Maar zoals Jokl al liet zien, kan één man een onderzoeksgebied tot leven wekken. En zowaar, er zijn er nu zelfs twéé die deze taak op zich hebben genomen. De oude teksten hebben nieuwe wetenschappers gevonden: Stefan Schumacher en Joachim Matzinger. Oostenrijkers, nota bene – het eind van het verhaal heeft een zekere poëtische rechtvaardigheid.  Jokl heeft eindelijk geestelijke erfgenamen.

(Dit wordt – denk ik – géén hoofdstuk van het boek ‘Sprekend Europa’. Maar het was wel speurend naar informatie voor dat boek dat ik op het verhaal van Jokl, Schumacher en Matzinger stuitte.)

Dit bericht werd geplaatst in vreemde talen en getagged met , . Maak dit favoriet permalink.

Geef een reactie

Vul je gegevens in of klik op een icoon om in te loggen.

WordPress.com logo

Je reageert onder je WordPress.com account. Log uit /  Bijwerken )

Facebook foto

Je reageert onder je Facebook account. Log uit /  Bijwerken )

Verbinden met %s