(oorspronkelijk verschenen op 22 juli 2009)
Toen Martin Bril stierf, vandaag drie maanden geleden, keek ik verrast naar de golf van rouw. Nooit geweten dat de man zó populair was. Als niet-Volkskrantlezer had ik zijn werk zelden gezien. Zo zelden, dat ik hem soms verwarde met Paul Brill, nog zo’n Volkskrantnaam die ik vagelijk ken.
Dat zal me nu niet meer gebeuren. Ik heb de afgelopen dagen eindelijk een boekje van hem gelezen. Zijn eerste postume publicatie, een bundeltje over Frankrijk: C’est la vie.
Het viel niet mee.
Die gemakzuchtige, om niet te zeggen smakeloze titel hielp natuurlijk al niet. Maar de handeling van de verhaaltjes, die deed het hem vooral. Bril die drentelt, Bril die eet en drinkt, Bril die mijmert, Bril die doelloos Simenon achterna reist, Bril die vertederd raakt door zijn dochters (brrr). En dan nog wat oubolligheden als ‘Parijs is een stad die niet verandert’ en ‘dat is het wonder van Parijs’. Alsof ik een bundeltje van Carmiggelt las, uit de jaren vijftig, toen de lichtstad (dat woord mankeert er nog net aan) ver en exotisch was.
Enfin.
Iedereen die een paar stukjes van Bril heeft gelezen herkent deze stijlfiguur: de alinea van één woord. Bij voorkeur ‘enfin’ – minstens vijf keer in dit ene dunne bundeltje. Maar ‘lekker’ mag ook. Of een maand. Het is een mooie stijlfiguur, hoor. Mits met mate.
Terug naar de handeling van de verhaaltjes.
Martin Bril lijkt zich bovenal te vervelen. Dat weet hij fraai te verwoorden – over zijn stijl geen kwaad woord, of althans niet meer dan dan de kregeligheden van hierboven. Maar verveling blijft verveling. Sterker nog, verveling die zo fraai verwoord wordt, werkt aanstekelijk. Brils landerigheid slaat over op de lezer; in ieder geval op deze lezer. Het liefst zou ik hem toeroepen: man, doe iets met je leven! Dat is natuurlijk wrang en ongepast. Anderzijds, als de titel van dat boekje kan, waarom dit dan niet?
Brilliefhebbers zullen nu wel tegenwerpen dat ik de man niet ken en niet begrijp. Dat eerste staat vast. En voor zover ik hem nu heb leren kennen, lijkt hij me, laat ik het zorgvuldig zeggen, niet mijn type. Maar begrijp ik Bril niet? Het zou kunnen. Maar als dat zo is, ontgaat me zelfs wat er aan te begrijpen vált.
Het zou natuurlijk ook kunnen dat C’est la vie gewoon niet zo’n goede bundel is. Laat ik dat maar hopen.