Taal als familieaangelegenheid (2)

Naast de Indo-Europese bestaan er nog enkele tientallen andere taalfamilies, en allemaal hebben ze kenmerkende grammaticale eigenschappen – een soort familietics in woord- en zinsbouw – en een gezamenlijke basiswoordenschat. Hoe kan dat eigenlijk? Hoe komt het dat het woord voor ‘moeder’ op IJsland en in Bangladesh op elkaar lijkt? Hoe is het mogelijk dat een [basj] zowel in Istanbul als in het westen van China een ‘hoofd’ is? IJslanders lijken uiterlijk niet op Bengalezen en Turken evenmin op Oeigoeren, het bedoelde volk in West-China.

Hoe taalfamilies zich in de loop van duizenden jaren geschiedenis verspreiden, is spannender en ingewikkelder dan een detectiveroman, en meestal ook bloediger. Alle taalfamilies zijn ooit klein begonnen, als het taaltje van één volk, één stam, één clan misschien, woonachtig in een klein gebied, vele duizenden jaren voor het begin van onze jaartelling. (Of al deze taaltjes een gezamenlijke voorouder nog verder terug hadden of dat ze onafhankelijk van elkaar ontstaan zijn, is een omstreden vraag.) Vandaaruit bevolkten ze andere, onbewoonde streken of vestigden zich tussen andere stammen, vreedzaam dan wel gewapenderhand.

Hoewel tegenwoordig bijna de halve wereldbevolking een Indo-Europese taal spreekt, moet ook de oermoedertaal van deze familie ergens een bescheiden bakermat (soms wel op zijn Duits Urheimat genoemd) hebben gehad. De ligging ervan is nog steeds omstreden. Wie zich hierin verdiept, stuit op een scala van landkaarten met gekleurde vlekken (de bakermat) en robuuste pijlen (de routes naar elders). Maar daar houdt de overeenkomst op; de plaats van die vlekken en pijlen verschilt sterk. Al naar gelang aan welk archeologisch, taalkundig of genetisch bewijsmateriaal de auteur de meeste waarde hecht, komen de Indo-Europeanen oorspronkelijk uit Rusland, de Balkan of Anatolië (Turkije). Van degenen die deze laatste stelling ondersteunen, menen sommigen dat de Indo-Europeanen zowel zuidelijk als noordelijk om de Zwarte Zee heen zijn getrokken op weg naar Europa. Maar volgens anderen zijn ze éérst oostwaarts gegaan, waar zich de Indo-Iraanse tak heeft afgesplitst, en toen pas met een grote lus door Rusland naar Europa. En de theorie dat de Indo-Iraanse tak juist uít Rusland is gekomen, heeft eveneens aanhangers. Chaos, kortom.

*****

Dit is een passage (blz. 37) uit ‘Nieuwe tongen’, een boek dat ik in 1999 publiceerde. Het is als e-boek nog te koop

Dit bericht werd geplaatst in taal algemeen en getagged met , , . Maak dit favoriet permalink.

Een reactie op Taal als familieaangelegenheid (2)

  1. This looks like a really interesting book.

    Like

Geef een reactie

Vul je gegevens in of klik op een icoon om in te loggen.

WordPress.com logo

Je reageert onder je WordPress.com account. Log uit /  Bijwerken )

Facebook foto

Je reageert onder je Facebook account. Log uit /  Bijwerken )

Verbinden met %s