Een paar maanden geleden heb ik een stukje over het Welsh geschreven, voor het talenboek waar ik aan werk. Eerder deze maand wás ik in Wales. En ik was verrast hoe aanwezig de taal is. Veel tweetalige opschriften van zowel overheid als bedrijven, Welshe gesprekken in de supermarkt, Welshtalige televisie die er professioneel uitzag en een flinke hoeveelheid Welshe boeken in de boekhandel. Het Welsh leeft, dat staat buiten kijf.
De tweetalige opschriften waren voor mij als buitenstaander het leukst, omdat ze me een kans boden om onder de motorkap van de taal te kijken.
Zo werd al snel duidelijk dat het Welsh een Romaanse woordvolgorde heeft. Als een caffi een café is en een caffi rhyngrwyd een internetcafé, moet de conclusie wel zijn dat de toelichting die wij ervoor zetten (wat voor café? een internetcafé!) in het Welsh erna komt. Net als in het Frans en Spaans dus, waar men van un café internet spreekt.
Ook geven de tweetalige opschriften inzicht in de herkomst van de Welshe woorden. Woorden als perygl ‘gevaar’, eglwys ‘kerk’ en llyfrau ‘boeken’ doen vermoeden dat er in oude tijden wat Latijn (periculum, ecclesia en libri) in het Welsh is achtergebleven. Bws (de w wordt als [oe] uitgesproken), ysgwâr ‘plein’ en ffarm ‘boerderij’ en vele, vele andere laten de Engelse invloed zien (bus, square, farm). En het bovengenoemde caffi rhyngrwyd doet vrezen dat de taal een actieve puristische beweging kent. Andere getuigen daarvan zijn cyfrifiadur ‘computer’, eigenlijk ‘rekenaar’ en amgueddfa ‘museum’ – geen idee waar dat woord vandaan komt.
Wat de opschriften in de derde plaats laten zien is hoe strikt fonetisch het Welsh gespeld wordt. Zo zag ik een snackbar die zichzelf als Tŷ cebab, byrgyr a pitsa aanprees. Tŷ betekent huis, a is ‘en’ en de letter y wordt ongeveer als de e of de u van ‘geluk’ uitgesproken. Bedenk nu zelf hoe deze toko in het Engels heette…
In één opschrift kwamen alle bovenstaande inzichten – fonetische spelling, Engelse ontleningen, Romaanse volgorde – prachtig samen: siop y bwci. (Het woordje y staat voor ‘de’ of ‘het’, en ik heb de indruk dat het vaak wordt gebruikt om samenstellingen aaneen te smeden; ik negeer het hier even.) Stap 1: spreek het fonetisch uit – sjop boekie. Stap 2: maak hier Engels van – shop bookie. Stap 3: draai de volgorde om: bookie shop. Nee, geen boekhandel, maar een bookmaker ofwel een wedkantoortje.
Heerlijk. Daarvoor ga ik op vakantie.
Nog aanvechting gehad om de taal te leren spreken (en verstaan)?
LikeLike
Zo’n hondsmoeilijke taal, terwijl iedereen er Engels spreekt? Dank je feestelijk. Dan bijt ik liever mijn tanden stuk op Pools of Hongaars!
LikeLike