Jammerlijke mislukking (2)

GlGOp de Onze Taal-kalender stond gisteren een bewering die me verraste. Als iets ‘jammerlijk mislukt’, betekent dat volgens de (niet bij name genoemde) taaladviseur dat de mislukking betreurenswaardig of ellendig is. Jammer dus; helaas pindakaas. Om die reden is het, nog steeds volgens deze adviseur, vreemd om te schrijven dat ‘de aanslag jammerlijk mislukte’, want dat zou suggereren dat we het hadden toegejuicht als de aanslag een daverend succes was geworden.

Mijn eerste reactie was: goh, ik heb dat woord kennelijk altijd verkeerd opgevat. Maar in tweede instantie begon ik daar toch aan te twijfelen.

Ik had op dat moment twee redenen om te denken dat ‘jammerlijk’ niet, of in ieder geval niet méér, of toch niet meer uitsluitend, betekent wat hier werd beweerd dat het betekent. Ten eerste: het zinnetje ‘De aanslag mislukte jammerlijk’ komt uit een krant. Toegegeven, kranten staan vol afwijkingen van de standaardtaal (alias taalfouten). Maar het is toch opvallend dat de journalist in kwestie het woord ‘jammerlijk’ net zo gebruikt als ik het zou gebruiken. Als we al dwalen, dwalen we collectief. En toen ik aan één persoon (mijn vrouw) vroeg hoe zij het woord ‘jammerlijk’ opvatte, antwoordde ze prompt: ‘Zoiets als “sneu, onhandig, klungelig”.’

Inderdaad! Precies! Dat vond het collectief ook al.

Zo is het in mijn, of nu dus eigenlijk ons, Nederlands heel goed mogelijk dat de tegenstander van onze favoriete voetbalploeg een opgelegde kans ‘jammerlijk mist’, bijvoorbeeld doordat een speler knullig over de bal heen trapt. Maar hij kan ook gewóón ‘missen’, op niet-jammerlijke wijze dus, bijvoorbeeld doordat de bal net over gaat. In beide gevallen zijn we blij dat de bal er niet in gaat, dus met ‘helaas’ en ‘betreurenswaardig’ heeft het niet te maken. Idem met een aanslag: we zijn natuurlijk blij als die mislukt, maar de manier waarop kan nog steeds klungelig en sneu zijn. Kortom: jammerlijk.

Inmiddels heb ik ook nog een derde, sterkere reden om te denken dat de taaladviseur het woord ‘jammerlijk’ anders interpreteert dan de meeste mensen doen: ik heb het ze namelijk gevraagd,  in een kleine enquête zowel op dit blog als op mijn Facebookpagina. En het resultaat liegt er niet om: een overweldigende meerderheid sluit zich aan bij het collectief van de journalist, mijn vrouw en mij, en slechts een kleine minderheid bij de taaladviseur.

Op Facebook vatten 72 van de 84 van de respondenten (86%) het woord ‘jammerlijk’ op als ‘op klungelige, sneue wijze’. Slechts 12 personen kiezen voor ‘jammer genoeg, helaas’. Op het blog kon ik, om technische redenen, wat meer keuzevrijheid bieden. Hier kiezen 37 van de 52 personen (71%) voor ‘op klungelig, sneue wijze’. De andere 15 zijn precies gelijk verdeeld over drie categorieën: (1) ‘jammer genoeg, helaas’; (2) ‘nou ja, het mislukt gewoon; jammerlijk is een soort versiering’ en (3) ‘overige’. Die laatsten lichten toe: ‘faliekant’, ‘beklagenswaardig’, ‘bedroevend slecht’.

Voor zover ik kan zien lijkt er geen noord-zuidkloof achter deze cijfers schuil te gaan. Wel heb ik de indruk dat mensen van boven de vijftig lichtjes oververtegenwoordigd zijn onder de minderheid van ‘helaas’-stemmers.

Conclusie: voor één keer lijkt de Taaladviesdienst van Onze Taal er jammer genoeg naast te zitten. Maar jammerlijk? Dat gaat me te ver.

Dit bericht werd geplaatst in Nederlandse taal en getagged met , . Maak dit favoriet permalink.

2 reacties op Jammerlijke mislukking (2)

  1. Mient Adema zegt:

    De tweeërlei uitleg van het woord “jammerlijk” vloeit naar mijn mening voort uit de verschillende invalshoeken die beoordelaars erop kunnen hebben. Een aanslag zal bij mislukking door de pleger niet geslaagd worden genoemd omdat het zijn intentie was die te laten slagen. En als die niet slaagt dan zal die aanslagpleger dat bejammeren, maar de buitenwereld juist niet. In het algemeen zou je moeten zeggen dat een mislukking of een vergissing of iets anders onregelmatigs of negatiefs altijd jammerlijk, te bejammeren, bejammerbaar, is. De mens wil het goede, toch?
    In mijn gevoel is het “jammerlijk” hier niet meer dan een maatgever, een scaleerder: het is mislukt op een manier die wel wat eleganter had gekund, het is maximaal mislukt, het is faliekant mislukt, het kon eigenlijk niet erger. En dat is een andere benadering dan dat je er een moreel oordeel over uitspreekt. Het jammerlijke moet je voegen bij de mislukking van de aanslag in engere zin: waaraan zou die moeten voldoen om aanslag te kunnen heten?

    Die testen wijzen de betere uitleg aan. Maar is dat nu een bewijs voor de onjuistheid van de visie van de medewerker van Onze Taal? Ik kan me er, eerlijk gezegd, wel iets bij voorstellen.

    Like

  2. Gaston zegt:

    In mijn ouderlijk huis, waar we Limburgs spraken, gebruikten we trouwens ook nog jemmerlik zeut voor ‘mierzoet’. Maar dat lijkt uit het Duits te komen: jämmerlich betekent volgens Duden onder meer ‘in seiner unangenehmen Wirkung sehr stark’, en jämmerlich süß plus de verbuigingen daarvan leveren enkele tientallen Googletreffers op.

    Like

Geef een reactie op Gaston Reactie annuleren