Waar komt het woord love voor ‘nul’ in de puntentelling van tennis vandaan? Met liefde zal dat toch niets te maken hebben?
Misschien niet – maar waarschijnlijk wel.
De léúkste verklaring voor ‘love’ is dat het een verbastering is van het Franse l’œuf. Dat betekent ‘het ei’ – en dat is precies hoe een nul eruitziet. Dat klinkt misschien vergezocht, maar dat valt wel mee: in cricket en honkbal worden de termen duck’s egg (kortweg duck) and goose egg ook wel gebruikt voor ‘nul’. Nederlandse voetbalverslaggevers noemen 0-0 wel eens ‘de brilstand’, eveneens vanwege de visuele overeenkomst. Toch staat deze verklaring niet sterk, want er zijn geen schriftelijke aanwijzingen voor uit de begindagen van het tennis. Bovendien zou l’œuf in het Engels eerder als ‘luf’ worden uitgesproken en geschreven.
Waarschijnlijker lijkt het dat love afgeleid is van een woord voor ‘niets’. Al in de zeventiende eeuw gebruikte men in sport en spel de uitdrukking play for love: spelen voor de liefhebberij, zonder weddenschap – waarbij er dus niets op het spel stond. Ook wordt er wel eens gewezen op de vergelijkbare Nederlandse uitdrukking ‘spelen voor/om lof’. Maar hoe die dan in het Engels terechtgekomen zou moeten zijn, is een raadsel.
Deze blogpost is eerder verschenen in het maandblad KIJK. Ik plaats hem vandaag naar aanleiding van Milfje Meulskens’ blogpost over de etymologie van tennistermen als umpire, deuce, tennis en ook love.
Ik denk hierbij ook meteen aan ‘liefdewerk en oud papier’.
LikeLike
Of kan het dan nog zijn dat “love” voor “0” teruggaat op de Engelse bedoeling van “an O-thing” (or “n othing” or “no thing”) … als Elizabethaans sexueel jargon 😉
https://www.theguardian.com/culture/2011/jun/05/much-ado-about-nothing-review
LikeLike
Haha, vernuftig! Maar ik mag aannemen dat ‘nothing’ ernaar verwijst dat het hier een holte betreft (eigenlijk het weefsel daaromheen natuurlijk, maar goed, de volksmond is geen anatoom), terwijl het supplement, kennelijk ‘something’ genoemd, een, hoe zal ik zeggen, een volte, een ding behelst.
LikeLike
Doet me denken aan Gary Urtons boek “The Social Life of Numbers”, waarin hij het onder meer heeft over de vaak scabreuze visueel geïnspireerde bijnamen die Quechuasprekers aan getallen geven. Nul is een gat, een is een penis in erectie, twee is een eend, drie is een achterwerk, vijf is een sikkel, zeven is een kleine, weinig aantrekkelijke penis… Overigens heeft het getal zeven, dat hier veelal met heiligheid en volmaaktheid geassocieerd wordt, voor Quechuasprekers een erg kwade roep. Het is het getal van ongeluk en exces. De uitspraak (kan-tsjies) wordt geassocieerd met het gebalk van een ezel.
LikeGeliked door 1 persoon
Opmerkelijk!
Het boek is geschreven samen met iemand die van zijn voornaam Primitivo heet, zie ik. Ik ben als student nog bevriend geweest met een van huis uit Quechua-sprekende Primitivo. Dit is de eerste keer in dertig jaar dat ik die naam zie. En Primitivo komt natuurlijk van het Latijn voor ‘eerste’ – dat ook nog.
LikeLike
Ik was eens bij een tenniswedstrijd van de Rus Marat Safin. Op een gegeven moment riep een vrouw in het publiek heel hard: ‘Safin I Love you!’. Waarop de ‘umpire’ droogjes antwoordde: ‘you know, in tennis, love means nothing.’
LikeGeliked door 1 persoon