Elle helpt


“Nee! Nee! Nee!” Aldus Malu de Bont, lifestyle editor van het maandblad Elle. Op de website van het blad windt ze zich nogal op: eerst over vijf “taalfouten die niet meer kunnen” en een paar dagen later over nog eens zes “taalfouten die we beu zijn“.

Zien dat een modeblad zich bekommert om taal, daar word ik blij van. Maar om blij te blijven had ik het bij zien moeten laten; de stukken ook lezen was geen goed idee. Waarom? Ik zal de elf taalzondes nalopen.

  1. Heb me hond uitgelaten.
    Ja, da’s wel erg Hollands. Dialect doet het goed in de sociale media, want daar praten we bijna, maar dan met letters. Maar dialect is zelden een goed idee in serieuze brieven, journalistieke kopij, rapporten en proefwerken (hierna te noemen: formele teksten). Verrassend genoeg keurt De Bont de spelling mn hond wel goed, “desnoods”. Ik kan me daar weliswaar enigszins in vinden, maar toch, in formele teksten is mn hond niet veel acceptabeler dan een (-: of emoji.
  2. Wat een verrassende bedoeling (in plaats van bedoening).
    Eens.
  3. Ik ben eerder vertrokken als jou.
    Een klassieker. Inderdaad in strijd met de grammatica van de standaardtaal. Afrader in formele teksten en verzorgde spreektaal.
  4. Heb je dat met hun besproken?
    Het is waar dat de allerofficieelste grammatica van het allerkeurigste Nederlands onderscheid maakt tussen de persoonlijke voornaamwoorden hen (ik zie hen, ik geef het aan hen) en hun (ik geef het hun). In de spreektaal, hoe verzorgd ook, is dat verschil altijd een fictie geweest, en ook in de schrijftaal houdt vrijwel niemand zich (meer?) eraan. Het levert ook nogal eens lelijke zinnen op als Ik geef hun hun sleutel terug. Vreemd genoeg spreekt De Bont juist hier van “een tenenkrommende taalfout”; dit is de passage waar ze uitbarst in “Nee! Nee! Nee!” (Bij nummer 7 trouwens nog een keer, maar dan zonder uitroeptekens.)
    Ik vermoed bijna dat ze zich heeft vergist: had ze misschien een zin als Hebben hun dat met je besproken? in gedachten? De acceptatie is misschien een beetje groeiende, maar het staat buiten kijf dat zo’n zin een formele tekst in één klap van al zijn gezag berooft.
  5. Hoe vindt je zelf dat het gaat?
    Eens. (En een irritante vraag. Maar dat is een andere kwestie.)
  6. We hadden dus zowieso/zowiezo/sowiezo/zo wie zo/zoiezo iets anders moeten kiezen.
    Spelfout, inderdaad: sowieso komt uit het Duits en wordt nog steeds op zijn Duits gespeld. (Spellingregelaars weten nu eenmaal meer van etymologie dan goed voor ze is.) Ik heb één variant geschrapt uit het rijtje: zo en zo. Dat is welbeschouwd geen spelfout, maar een ander woord, een andere manier van zeggen. En eigenlijk een heel logische manier: ‘op de ene manier én op de andere manier’ – precies wat sowieso ook betekent. In het Duits is so und so trouwens een vrij normaal synoniem van sowieso.
  7. Ben je de enigste die met de fiets is gekomen?
    Fout, zegt De Bont, want “eniger dan enig kan niet” (om vervolgens enigst kind wél te gedogen…). Dat mag zo wezen, maar optimaler dan optimaal kan evenmin, en unieker dan uniek is op zijn minst aanvechtbaar. Toch zijn die vormen verregaand ingeburgerd, al is het dan niet tot ieders genoegen. Enigste is trouwens bepaald geen nieuwkomer: het werd al in de zeventiende en achttiende eeuw gebruikt, en ik vermoed al daarvoor. Ja, het is onlogisch. Volledig, verdieping en tussen de middag zijn ook onlogisch. Nou en?
  8. Ah ja, ik heb jouw ook echt super gemist. En trouwens, ik heb jou trui nog liggen, zal ik die bij jouw langsbrengen?
    Eens.
  9. Ik irriteer me aan heel veel dingen.
    Om de een of andere reden stoort zich irriteren me nauwelijks meer sinds ik weet dat het Frans – waar het woord irriteren tenslotte vandaan komt – het ook zegt. Maar goed, het blijft een afrader: het werkt als een rode lap op te veel stieren. En De Bont geeft die runderen weer wat krachtvoer. (Persoonlijk vind ik zich beseffen veel erger. Wat net zo irrationeel is.)
  10. Nu moet ik het overnieuw doen.
    Nog zo’n lievelingsallergie van aardig wat mensen. Het zou een contaminatie zijn van over en opnieuw, wordt beweerd. Best mogelijk dat het zo is ontstaan, maar wat dan nog? Plotsklaps is ontstaan als contaminatie van plots(eling) en eensklaps, en daar hoor je nooit iemand over klagen. Adderteen en aanhankelijk waren ook ooit ‘fout’. Hou er een keer over op.
  11. Hij is me allessie.
    Ik zou niet weten wat er fout is aan die beeldende uitdrukking. Hij is mijn allesje is ondenkbaar – dat is even gek als jochje of een bakje doen (voor ‘koffie drinken’). Mijn allessie kan nog nét. Me/mijn allessie past zeker niet in een formeel geschrift, maar dat is een stijlkwestie. Misschien vindt De Bont de uitdrukking gewoon niet móói. Tja. Als we zo beginnen, weet ik er nog wel een paar. Te beginnen met lifestyle editor.

‘Elf taalfouten die we beu zijn’? Een gemengde salade van ongedwongen spreektaal, aangeprate allergieën en, vooruit, een handjevol echte fouten. Dit soort artikelen, dát kan niet meer. Vindt deze language editor.

Dit bericht werd geplaatst in boeken e.d., Nederlandse taal en getagged met , , . Maak dit favoriet permalink.

7 reacties op Elle helpt

  1. Malu de Bont zegt:

    Ha Gaston, ik kom dit nu pas tegen; wat fantastisch om dit te lezen. Zeker je uitleg bij nummer zes. Gelachen om je laatste zin. Ik kom hier vaker lezen, language editor!

    Geliked door 1 persoon

  2. David zegt:

    De discussie over hun/hen/ze is toch al kunstmatig en ooit door een taalpurist bedacht om waarschijnlijk net zo’n chique taal te hebben als ’t Frans. Wat mij betreft redenen genoeg om dit onderscheid te laten vervallen. Bovendien is dit onderscheid alleen vanwege het meewerkend voorwerp (even los van gebruik als bezittelijk vnw). Dat zijn ook juist de naamvallen die in ’t Nederlands nauwelijks meer voorkomen (niemand zegt meer des middags). Ik verwacht dus ook wel dat daarom het onderscheid tussen hun/hen in de toekomst niet meer zal bestaan.

    Like

  3. gnjager zegt:

    Ik kan het alleen maar volledig met Malu de Bont eens zijn.

    Like

    • Gaston zegt:

      Da’s niet zo erg informatief. Waarom ben je het met haar eens? Vind je allessie fout? Vind je overnieuw een verwerpelijke contaminatie? Vind je me hond onacceptabel, maar mn hond wel oké? Vind je de enigste fietser fout, maar enigst kind wel kunnen? In dat geval zou ik zeggen: abonneer je op Elle! 😉
      En denk je dat je nooit met hun schrijft of zegt? Ik waag het te betwijfelen…

      Like

      • Jan Stroop zegt:

        Me hond: zelfde verschijnsel als in Kopehage, Balke-ende, Van Vollehove. Hoor je vooral bij Randstedelingen, nieuwslezers bijv. maar ook bij ZM de Koning (in z’n Troonrede). Verschijnsel: de -n op ’t eind van een onbeklemtoonde lettergreep verdwijnt voor een beklemtoonde lettergreep.

        Like

        • Gaston zegt:

          Zo had ik het nog niet bekeken – erg aannemelijk inderdaad. En het verklaart ook gedeeltelijk waarom ‘me’ (bij mijn weten) niet in het hele taalgebied gangbaar is: in het noorden en oosten van Nederland spreekt men de onbeklemtoonde ‘-en’ uit mét n of iets dergelijks (‘Koopnhaagn’, of eerder ‘Koopmhaagn’), zodat de de n in mijn (of eigenlijk m’n) ook behouden blijft.
          In het zuiden van Nederland en in Vlaanderen speelt iets anders, vermoed ik: daar bestaan naast m’n ook nog vormen als m’ne en m’nen (vaak geschreven als mijne en mijnen), die de n van mijn nog ‘steunen’.

          Like

Plaats een reactie