Ook een slecht lied verdient een goede criticus

Dat het k-lied te slecht geschreven was om de tand des tijds te doorstaan, was meteen al duidelijk – al had ik ook weer niet verwacht dat het zó’n kort leven beschoren zou zijn. Maar bijna even tenenkrommend als het lied zelf was de manier waarop taaladviseur Wim Daniëls gisteravond bij Pauw en Witteman de zwaktes van de tekst wilde aantonen.

Hij begon – uiteraard – met de zin die binnen luttele uren landelijke beruchtheid verwierf, ‘de dag die je wist dat zou komen’. “Daar zitten acht fouten in”, aldus Daniëls. Want die, legde hij uit, moest waarvan zijn en achter dat moest nog hij. Dat is samen kennelijk acht; de andere zes fouten noemde hij althans niet.

Maar was die zin wel zo fout? Daniëls: “Een leerling op de lagere school zal zeggen: ‘Meester, dit moet niet zo.’” Tja, zelf dacht ik op de lagere school dat ‘Onze Vader die in de hemel zijt’ fout was, want dat moest ‘in de hemel is’ zijn. Maar het k-lied was geen kinderlied, had dat althans niet moeten zijn, dus misschien moeten we deze kwesties niet aan basisscholieren overlaten.

Iemand als ‘taalprof’ Peter-Arno Coppen lijkt me een betere beoordelaar, en die zet hier uiteen hoe de zin in elkaar zit en waarom de zinsconstructie “zich op de rand van de taal bevindt”. Vervolgens laat hij zien dat de constructie in ieder geval sinds de achttiende eeuw wel vaker is gebruikt, en niet door haastige tekstdichters onder kennelijke invloed van het Engels, maar door literatoren van naam en faam.

Was de zin daarmee gered? Dat nou ook weer niet – die was reddeloos, dat stond buiten kijf. Maar om een heel andere reden: in dit lied vol simpel opgebouwde zinnen deed deze ene veel te ‘literair’ aan. Wat hier stond, was veel schandaliger en onvergeeflijker dan een taalfout: het was niet mooi.

En dat geldt voor bijna alle kritiek die Daniëls gisteren leverde. Hij vond dat ‘tot het waar geworden is’ zou moeten zijn: ‘tot het waarheid geworden is’, of ‘werkelijkheid’. Ook weer een smaakkwestie, en waarschijnlijk zou ‘tot het uitgekomen is’ een stuk fraaier zijn dan Daniëls’ suggesties. Op veel andere punten kon ik me in Daniëls’ smaak wél vinden – het was tenslotte een ondermaats lied dat terecht, net als ondermaatse vis, inmiddels teruggegooid lijkt te zijn, en dan is het niet moeilijk om alle plekken aan te wijzen waar het niet aan de maat is: rondom.

Het ergste was dan ook niet dat Daniëls er een paar keer naast zat; het ergste was dat hij van begin tot eind (en ook weer, als een onsportieve winnaar, in zijn reactie op de terugtrekkingsbrief van componist Ewbank) op het verkeerde aambeeld hamerde, namelijk dat van de ‘taalfouten’. Was het soms een goede tekst geweest als de schrijvers correct gespeld hadden, louter onverhaspelde uitdrukkingen gebruikt en niets uit het Engels overgenomen? Welnee, de lage kwaliteit zat ‘m in heel andere dingen: gebrek aan originaliteit, aan samenhang of zelfs maar aan begrijpelijkheid.

Juist de prachtigste liedteksten daarentegen overtreden onbekommerd de taalregels. In het mooiste Nederlandse lied van de laatste tien jaar staan zinnen als ‘Kan iets frisser dan het fris is’ en ‘Zie de vogels naar hun nesten’, en het lied is niet desondanks mooi, het is mede daardóór mooi. En ik hoop van harte voor Wim Daniëls dat hij daarvan kan meegenieten.

Maar gerust ben ik er niet gerust op. Want zelfs over de onschuldigste zinnen in het k-lied had hij wat te mekkeren. Bijvoorbeeld over ‘Ieder mens heeft een taak in dit leven’. Dat klopt namelijk niet, moet u weten, want psycholoog Erik Erikson heeft onze levenstaken geteld en het zijn er een stuk of acht. En de zin ‘Iedere stap die je zette die leidde naar hier’ vond evenmin genade: “Willem-Alexander heeft ook stappen gezet die niet direct leidden tot waar hij nu staat”. Zou Daniëls het concept ‘liedtekst’ wel kennen? Snappen dat dat een literair genre is, met zekere vrijheden? Of zou hij misschien denken dat Gers Pardoel écht op zijn fiets naar de maan wil? En dat Henny Vrienten toen hij 32 jaar werd echt sinds een dag of twee vlinders in zijn hoofd had?

Kortom: zoals ik Nederland een beter lied gun, zo had ik dit slechte lied een betere criticus gegund. Niet het type van de leraar Nederlands die er een rode pen per week doorheen jaagt, maar zo een waardoor je van literatuur gaat houden.

Dit bericht werd geplaatst in boeken e.d. en getagged met , , . Maak dit favoriet permalink.

9 reacties op Ook een slecht lied verdient een goede criticus

  1. Edwin Van Wesemael zegt:

    Zou het kunnen zijn dat de liedtekst ironisch bedoeld is?

    Like

  2. Trix zegt:

    Ik ben het met je eens. Ik zag Daniels en moest aanvankelijk lachen om zijn opmerkingen. Maar steeds meer met een gegeneerd gevoel.
    Toen ik de tekst voor het eerst zag, viel mij het taalgebruik niet eens op. Ik kreeg huiveringwekkende visioenen van Paul de Leeuw en een horde van zijn fans met drie vingers in de lucht. De platvloersheid van de beelden, de kritiekloze verheerlijking van “ons” Oranje, de massahysterie benamen mij het zicht op de grammatica.

    Like

  3. conscienza zegt:

    Erg goed stuk. Ben het helemaal met je eens (niet-taalpurist en taalkundige 🙂 ).

    Like

  4. Ik vind dit eigenlijk zo’n goede analyse dat ik mezelf betrap op de gedachte: “Zo’n goede criticus verdient Wim Daniels niet… .”

    Like

  5. Helemaal mee eens. Ik heb Daniëls normaal gesproken best hoog zitten, maar bij dit optreden had hij weinig te melden en leek hij vooral op de lach te spelen, wat ook nog eens niet lukte vanwege de vergezochtheid van veel van zijn uitspraken. (‘Ik blow een dijk’? Wtf?)

    Like

    • Gaston zegt:

      Ik moet bekennen dat ik Wim Daniëls maar heeel zijdelings ken, dus ik heb het stukje zeker niet geschreven uit antipathie. Dat spelen op de lach vond ik inderdaad ook irritant, al snap ik wel hoe verleidelijk het is – en ik zou best willen dat ik het zelf beter kon. En grappig genoeg vond ik die grap over dat blowen dan juist wel weer aardig. Daar was in ieder geval duidelijk dat ie het niet méénde!

      Like

Plaats een reactie